Ronde van Vlaanderen

Winnaar Ronde van Vlaanderen krijgt kunstwerk van West-Vlaamse kunstenaar-ondernemer Fernand Vanderplancke

OOSTDUINKERKE - Met meer dan tweehonderd zijn ze, de profrenners die zondag strijden voor de hoogste roem: in Oudenaarde als eerste over de witte eindstreep bollen van de Ronde van Vlaanderen. Naast een plaats in de geschiedenisboeken, een dikke cheque, eeuwigdurend geluk, krijgt de winnaar ook een trofee die danig naar waarde wordt geschat. Dertig jaar al mag de West-Vlaamse ondernemer-kunstenaar Fernand Vanderplancke (84 inmiddels) het kunstwerk maken dat de nummer één van de Ronde van Vlaanderen naar huis meekrijgt.  

In Parijs-Roubaix mag de winnaar het podium op met een baksteen. In de Ronde van Vlaanderen wordt een in brons gesmeed kunstwerk in de handen geduwd van de winnaar. Een kunstwerk dat steevast verwijst naar de koersfiets en sinds 1993 van de hand is van een meester in zijn vak: Fernand Vanderplancke.

“Mijn vader was een smid en dat heeft heel zeker mijn eigen carrière als kunstenaar bepaald”, vertelt Fernand in een villawijk in Oostduinkerke. “In de beginjaren deed ik dit vak nog na de uren, maar voor mijn dertigste al ben ik er voltijds gaan van leven. Ik kwam met het sportmilieu in contact via opdrachten voor Bloso. Zo kwam ook de contacten tot stand met de organisatoren van de Ronde van Vlaanderen. Sinds 1993 mocht ik alle trofeeën maken. Het is goed voor drie maanden werk. Ik wil met dit soort opdrachten doorgaan zolang ik leef. Er zit nog geen sleet op mijn creativiteit en ook iet op mijn passie voor het vak. In mijn tuinatelier ben ik gelukkig. Als renners me achteraf komen zeggen dat ze die trofee koesteren als een juweel, dan maakt mij dat trots en haal ik voldoening om ermee door te gaan.”

Palmares om u tegen te zeggen

De immer bescheiden en naar Oostduinkerke uitgeweken Bruggeling (“De legendarische Club Brugge keeper Fernand Boonen was één van mijn beste vrienden“), heeft als kunstenaar een palmares en een referentielijst om u tegen te zeggen. Zowel in eigen land als in het buitenland kreeg hij grote erkenning en heel wat onderscheidingen.

Hij kreeg zelfs een soort van ‘eredoctoraat’ van UNESCO in 1999. Grote bedrijven, denk aan BASF of aan KBC om er maar twee te noemen, deden ook beroep op zijn kunstenaarstalent. “Maar ook heel wat West-Vlaamse topondernemers kwamen al bij mijn langs”, zegt hij. “Zolang ik creatief kan zijn, leef ik, dus wil ik blijven doorgaan met mijn werk.”