In 2009 werden de eerste windmolens voor de Belgische kust – toen 6 – geïnstalleerd voor de kust. Dat was een project van C-Power. Nu gaat het in één klap om 58 bijkomende windturbines, die circa 50 kilometer voor de kust liggen. Aan de nieuwe investering hangt een indrukwekkend investeringsbedrag vast: liefst 1,3 miljard euro. Alle grote spelers, sinds 2011 verenigd in het Belgium Offshore Platform (BOP), zijn bij het project betrokken. België behoort vandaag tot de top vijf wereldwijd als het gaat om windmolens op zee. In Europa doen het VK en Duitsland nog beter.
De nieuwe minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) ging het voorbije weekend het nieuwe windmolenpark bezoeken. Volgens haar is offshore wind veel goedkoper geworden en wordt zo ook een bijdrage geleverd aan de bevoorradingszekerheid. Nu een aantal nucleaire centrales op de schop gaan, is de bevoorradingszekerheid natuurlijk een belangrijk element. Offshore heeft ook zijn groen imago mee, wat van de in aantocht zijnde en door de Groenen niettemin verdedigde gascentrales niet meteen kan gezegd worden.
Kritische stemmen
Het nieuwe windmolenpark voor de kust, goed voor een productie van net geen 500 MW, zorgt ook voor 100 nieuwe jobs, om de installaties draaiende te houden. Sommige critici hebben ook vragen bij te veel windmolens. Want de energie moet ook ergens landen aan de kust. Dit zou dan wel eens een aanslag kunnen betekenen op de natuur en de schoonheid van de duinen, zo menen bepaalde stemmen.