Hoewel West-Vlaanderen voor de totale verharding (buiten voor Zuid West-Vlaanderen en Oostende) niet in koppositie zit tegenover de andere Vlaamse provincies, blijkt uit het rapport dat de West-Vlaming bijzonder graag betonneert in landbouw- en natuurbestemming, de zachte bestemmingen.
Een kwart van alle verharding in Vlaanderen ligt in zachte bestemmingen. In 34 gemeenten ligt er zelfs meer verharding in landbouw- of natuurbestemming dan in harde bestemmingen. Opvallend: 17 van die 34 koplopers zijn West-Vlaams: Alveringem, Lo-Reninge en Vleteren spannen de kroon. In Alveringem en Lo-Reninge ligt bijna 80% van de gemeten verharding in een zachte bestemming, bijna uitsluitend in landbouwgebied. Het is opvallend dat het aandeel van de verharding in de zachte bestemmingen een stuk hoger ligt in West-Vlaanderen (31,8%) dan bijvoorbeeld in Limburg (19,3%), waar nog steeds bijna 1 op de 5 vierkante meter verharding in landbouw- of natuurgebied ligt.
Kuurne koploper
Als het gaat om de totale verhardingsgraad, dan staat het Zuid West-Vlaamse Kuurne op de 4de plaats in het Vlaamse klassement, nog voor Antwerpen en Gent. Plaats 13, 14, 15 en 16 worden ook ingenomen door West-Vlaamse gemeenten: Izegem, Oostende, Roeselare en Waregem. In dit klassement komen Zuienkerke, Alveringem en Lo-Reninge voor als hekkensluiter. Dat heeft alles te maken met de lage bevolkingsdichtheid.
foto: WVM