Op Domotex, de grootste vakbeurs voor vloerbekleding ter wereld die de voorbije dagen doorging in Hannover, waren de Belgische bedrijven verpletterend aanwezig met liefst 103 verschillende standhouders. Volgens Mark Vervaeke van de beroepsfederatie Fedustria is ruim de helft van die bedrijven afkomstig uit West-Vlaanderen, met als notoire blikvangers Beaulieu International Group (BIG), Unilin, Balta, McThree of Lano. De hoofdtoon bij de West-Vlaamse bedrijven was er een van voorzichtig optimisme, ook al zorgen de licht aantrekkende grondstofprijzen en vooral de Brexit voor evenveel vraagtekens. Vooral uit verre continenten (VS, Japan) trekt de vraag naar en de interesse voor de West-Vlaamse tapijten of vloerbekleding behoorlijk aan. Dat opent perspectieven op het vlak van groei. “In tapijt zijn Turkije en China traditioneel grote concurrenten, maar ze hebben op vlak van kwaliteit en betrouwbaarheid ook de handicap die de West-Vlaamse bedrijven niet hebben”, aldus een insider van de sector.
De door de Britse premier Theresa May aangekondigde “harde landing” van de Brexit, kan zuur opbreken. Voka West-Vlaanderen trekt zelfs aan de alarmbel in naam van alle West-Vlaamse bedrijven die actief zijn op de Britse markt. “Dit is geen goed nieuws voor onze bedrijven”, aldus algemeen directeur Bert Mons. “Dit schept opnieuw onzekerheid over eventuele invoerrechten en nieuwe administratieve beslommeringen met douane. Nefast voor onze Vlaamse en West-Vlaamse bedrijven.”
Balta meldt bij monde van zijn voorman Tom Debusschere dat de gevolgen tot hiertoe relatief beperkt zijn gebleven. De Britse markt is cruciaal voor Balta met maar liefst 28 procent van de omzet. “Het is onze grootste markt”, zegt CEO Tom Debusschere. “Voorlopig hebben we al twee maal de prijzen verhoogd en zo zijn we er zonder al te veel kleerscheuren van af gekomen. Maar je kan dat uiteraard niet blijven doen. Je zou denken dat de Britse tapijtbedrijven zelf voordeel halen bij een Brexit, maar dat is niet noodzakelijk zo omdat ze zelf erg afhankelijk zijn van de aankoop en import van garens, vooral uit de VS. Je kan alleen maar vaststellen dat de Britse concurrenten maar weinig verticaal geïntegreerd zijn. Daarom zijn ze in principe ook minder interessant. Maar als er zich toch een opportuniteit voordoet, dan zullen we de kans niet laten liggen. We volgen het allemaal op de voet.”