Naar jaarlijkse gewoonte nam consultant BDO de jaarrekeningen onder de loep van de Vlaamse lokale besturen om een zicht te krijgen op hun financiële gezondheid. Al werd er dit keer – naar aanloop van de lokale verkiezingen op 13 oktober – verder teruggeblikt op de lopende legislatuur (van de effectieve uitvoer van de meerjarenplannen in 2020 tot 2023).
Hieruit blijkt dat de West-Vlaamse gemeenten er financieel beter voor staan dan ooit. Het gecumuleerd budgettair resultaat – de beschikbare middelen, zeg maar – kwam in 2023 voor alle lokale besturen in de provincie West-Vlaanderen samen uit op 944 miljard euro. Dat is wel iets lager dan in 2020, terwijl in alle andere provincies de lokale besturen hun werkkapitaal zagen stijgen.
Omgerekend betekent dit in West-Vlaanderen een werkkapitaal van 774 euro per inwoner. Nieuwpoort is met een gecumuleerd budgettair resultaat van 4.850 euro de West-Vlaamse koploper (en de Vlaamse nummer één als we het piepkleine Herstappe met z’n 79 inwoners even buiten beschouwing laten). Roeselare (-72 euro/inwoner) is een van de weinige Vlaamse gemeenten met een negatief resultaat.
Investeringen toppen
Ook de investeringen liggen het hoogst bij de West-Vlaamse lokale besturen, al gaven ze maar de helft van hun beschikbare investeringsbudget effectief uit. Ondanks de verbeterde financiële resultaten maakt 45 procent van de huidige lokale overheidsdiensten zich toch zorgen over hun budgetten. “Dat is niet onlogisch: er komen stevige uitgaven aan voor verplichte en noodzakelijke investeringen in onder meer duurzaamheid, digitalisering en pensioenlast”, verwacht Bert Gijsels, partner BDO Public Sector.
De geplande investeringen namen tijdens de afgelopen legislatuur jaar na jaar toe. Vorig jaar zaten ze stilaan op kruissnelheid: de West-Vlaamse lokale besturen planden samen 655 miljoen euro aan investeringen. Dat komt neer op 537 euro per inwoner. Nergens in Vlaanderen investeren de steden en gemeenten zo veel als in West-Vlaanderen. Middelkerke springt eruit met 2.862 euro per inwoner, veruit het hoogste cijfer van heel West-Vlaanderen én Vlaanderen.
Schulden en leningen
De leningslast nam tussen 2020 en 2023 toe in de provincie West-Vlaanderen. De West-Vlaamse steden en gemeenten hadden in 2023 voor 1,85 miljard euro aan leningen openstaan, of 1.517 euro per inwoner.
Er is geen enkele gemeente in West-Vlaanderen die géén openstaande schuld heeft, maar de verschillen zijn wel groot. Investeringskampioen Middelkerke (4.713 euro/inwoner) heeft ook de hoogste schuld per inwoner, gevolgd door twee andere kustgemeenten: Blankenberge (3.781 euro/inwoner) en Oostende (3.506 euro/inwoner). In Ardooie bedraagt de gemiddelde schuld maar 50 euro per inwoner.
Uitdagingen naar de toekomst
Budgetbeheer is dan ook dé belangrijkste investering voor de toekomst, zo geeft meer dan de helft van de gemeentebesturen aan. Vooral om te kunnen investeren in digitalisering (waarbij cybersecurity en datacaptatie hoog op de agenda staat) en duurzaamheid (omschakeling naar groene energie, elektrificatie van de vloot, duurzaam beheer van gebouwen…).
Deze bezorgdheid is niet zo vreemd, zo erkent ook Bert Gijsels namens BDO. “Er staan de volgende bestuursploegen nog heel wat uitdagingen te wachten voor de komende jaren”, aldus Gijsels. “Waarvoor gezonde, realistische budgetten nodig zullen zijn. Ze moeten namelijk investeren in duurzaamheid en digitalisering om aan Europese normen en verplichtingen te voldoen, in veel gemeenten vergrijst de bevolking, het gebouwenpatrimonium is op veel plekken niet future proof,… Bovendien waren de gestegen inkomsten in 2023 vooral het gevolg van een eenmalige doorstorting, die ze de komende jaren niet meer zullen krijgen. De lokale besturen zullen de financiële buffers die ze opgebouwd hebben nog heel goed kunnen gebruiken.”