Op initiatief van het Vlaams Kenniscentrum Water (Vlakwa) werd samen met de Provincie West-Vlaanderen en een vijftal West-Vlaamse steden en gemeenten (Harelbeke, Hooglede, Ledegem, Menen en Poperinge) een proefproject opgezet rond rationeel waterbeheer in hun gebouwenpatrimonium. Het opzet was om te kijken of 30 procent waterbesparing kan gerealiseerd worden en of dit groene jobs creëert, zijnde extra orders voor bijvoorbeeld installateurs, aannemers, architecten, enzovoort. De eerste resultaten zijn alvast veelbelovend. Een actieplan is uitgewerkt om de aanpak uit te rollen eerst naar alle 64 West-Vlaamse en finaal alle 308 Vlaamse steden en gemeenten. Ook Europa toont interesse in het project.
West-Vlaamse steden en gemeenten kunnen tot 1 miljoen euro besparen, zo heeft Vlakwa berekend. Bij de start van het proefproject werden een aantal rondgangen georganiseerd in gebouwen van Harelbeke, Hooglede, Ledegem, Menen en Poperinge. Dit gaf aanleiding tot heel wat optimalisaties. De installatie van digitale meters leidde bijvoorbeeld tot het ontdekken van continue lekken. De voorbeelden zijn legio om tot besparingen te komen: uit gebruik genomen wc’s afsluiten, kapotte overdrukkleppen herstellen, slecht afgestelde ontharders en defect automatisch bijvulsysteem van de hemelwaterput bijregelen, enzovoort. De voorbeelden tonen aan dat er met zeer laagdrempelige ingrepen tot 30 procent water kan worden bespaard. Dit betekent in de centrumsteden zo’n 105.000 tot 120.000 euro, in kleinere steden en gemeenten een besparing van 6.000 tot 21.000 €. De West-Vlaamse steden en gemeenten kunnen dus 1 miljoen euro per jaar besparen, aldus Dirk Van der Stede van Vlakwa. Naast technische vaststellingen bleek uit het proefproject ook dat steden en gemeenten meer bewust omgaan met rationaal energieverbruik (aardgas en elektriciteit) dan met water. Het reële waterverbruik en de verschillende waterverbruikspunten per gebouw (sportcentra, scholen, kantoren, musea, ontmoetingcentra, …) zijn lang niet altijd gekend. (KC)
Foto: burgemeester Martine Fournier (Menen), Schepen Inge Bossuyt (Harelbeke), Burgemeester Bart Dochy (Ledegem), Nancy Dhont (strategisch accountmanager VDAB), gedeputeerde Bart Naeyaert (Provincie West-Vlaanderen) en CEO Dirk Van der Stede (Vlakwa).