In samenwerking met de Koning Boudewijnstichting maakte het Starterslabo West-Vlaanderen een strategische denkoefening. Uit die analyse wordt onder meer de wens geformuleerd om minder afhankelijk te worden van overheidssubsidies (Vlaanderen, Vlaio) en toch nog meer omzet te genereren.
Over heel Vlaanderen (elke provincie telt een Starterslabo) worden om en bij de 500 dossiers geopend. Uit de statistieken blijkt dat 60 procent van de aspirant-ondernemers ook daadwerkelijk wordt geactiveerd. In West-Vlaanderen spreken we over een 100-tal begeleide trajecten en een slaagpercentage van 60 procent.
“Wat veel is”, zegt Herman Wenes , huidig voorzitter van het in 2004 opgerichte Starterslabo West-Vlaanderen. “Immers, je mag niet vergeten dat de kandidaten worden gerekruteerd in de groep van langdurig werklozen, langdurig zieken, mensen met een afstand tot ondernemerschap of nog beter gezegd, mensen met verborgen talenten. Het einddoel is altijd mensen met een ondernemerschapswens activeren tot zelfstandige in hoofdberoep of in bijberoep.”
Activeren, activeren, activeren
Het Starterslabo formuleert ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan nieuwe ambities. Zo wil het binnen zijn structuur onder meer een apart Competentiecentrum oprichten, zodat werkzoekenden minder afhankelijk worden van wat de VDAB (al dan niet) dicteert.
“Zo’n centrum kan niet alleen starters op weg helpen maar bijvoorbeeld ook helpen instaan voor een heroriëntatie van een loopbaan”, zegt bestuurder Olivier De Cock. “Zo hopen we ook onze eigen omzet op te krikken, en dus minder afhankelijk te worden van wat de overheid ons toeschuift (nu 164.000 euro per jaar). Maar het einddoel blijft net als in het verleden hetzelfde, te weten: activeren, activeren, activeren.”
foto: archief