Steven Delva, opgegroeid als West-Vlaamse boerenzoon met grote dromen, trok op jonge leeftijd zijn stoute schoenen aan en verhuisde naar Amsterdam om daar landschapsarchitectuur te gaan studeren. Vandaag staat hij aan het roer van zijn eigen architectenbureau ‘DELVA Landscape Architecture & Urbanism’ en maakt hij internationaal opgang. In 2021 werd hij verkozen tot architect van het jaar in Nederland.
Het Belgische project waarvoor DELVA een “Oscar” ontving, is het ontwerp van het SILT – Duincasino in Middelkerke, dat eind dit jaar nog de finale fase ingaat. Het getuigt van een sterk staaltje architecturale creativiteit en past in plaatje van DELVA’s integraliteitsvisie die natuur, ruimtecreatie en leefbaarheid voorop zet.
Economie en ecologie
De dubbele prijs die hij nu mag ontvangen, is een hele opsteker. “Dit is zowel voor het team als voor mezelf een bijzondere eer”, zegt Steven Delva. “Dit bewijst dat het perfect mogelijk is om vertrekkende vanuit een economisch verhaal, bijvoorbeeld een projectontwikkeling, ook vele andere maatschappelijke noden, vaak ook ecologische, aan te pakken. Zolang er maar integraal gedacht en samengewerkt wordt. Daarom zijn we ook overtuigd van de kracht van ons vak, waarbij we effectief iets doen met de ruimtelijke uitdagingen van de 21e eeuw. We keren telkens het ontwerpproces compleet ondersteboven en nemen het landschap als uitgangspunt om te verdichten, te vergroenen en te verduurzamen.”
Het andere project waarmee Delva in de prijzen viel, is dat van Geestwater, een bijzonder woon- en natuurontwikkelingsgebied in het Nederlandse Lisse. In het poldergebied komt een totaal nieuwe wijk met 450 woningen. Delva gebruikte de initiële woningnood om meteen ook andere maatschappelijke noden van antwoord te dienen, zoals waterberging en natuurontwikkeling.
foto: DELVA Landscape Architecture & Urbanism