De Vlaamse gemeenten met de beste arbeidsmarktprestaties situeren zich vooral in Oost- en West-Vlaanderen. De slechtste cijfers worden geregistreerd in gemeenten aan de kust, in Limburg en in de centrumsteden Turnhout en Antwerpen. Dat blijkt uit een analyse van het Leuvense Steunpunt Werk waarbij voor elke Vlaamse gemeente acht arbeidsindicatoren werden berekend. Vvoor een goed begrip: het zijn in de eerste plaats de bedrijven in die gemeenten die voor werk zorgen.
Het Steunpunt Werk verdeelde de Vlaamse gemeenten op basis van hun arbeidsprestaties in vijf groepen. De beste groep wordt gevormd door 76 gemeenten waarvan 67 zich situeren in West- en Oost-Vlaanderen. Het gaat hierbij bijna uitsluitend over kleinere steden en gemeenten. Waregem, Wevelgem, Evergem en Oudenaarde zijn de grootste. De provincie Vlaams-Brabant is met zes gemeenten vertegenwoordigd en Antwerpen met één (Sint-Katelijne-Waver). Geen enkele Limburgse gemeente bevindt zich in deze groep. Deze gemeenten hebben een gemiddelde werkzaamheidsgraad van 77,9 procent (74,8 procent voor vrouwen) en een jeugdwerkloosheid van 11,9 procent. In vergelijking met tien jaar geleden wisten zij hun werkzaamheidsgraden nog verder op te krikken. De cluster gemeenten met de slechtste arbeidsmarkt telt er 20. We vinden ze vooral terug aan de kust (Oostende, Blankenberge, Middelkerke) en in Limburg met een aantal mijn- (Genk, Houthalen, Helchteren…) en Maasgemeenten (Dilsem-Stokkem, Maasmechelen en Lanaken). Naast de centrumsteden Oostende en Genk behoren ook Turnhout en Antwerpen tot deze cluster. De gemiddelde werkzaamheidsgraad blijft er beperkt tot 64,2 procent. Verder is hier slechts gemiddeld 6 op 10 vrouwen aan het werk en nauwelijks meer dan 4 op 10 55-plussers. Ook is ruim een vijfde van de jongeren werkloos (21 procent). In vergelijking met een decennium terug bleef een duidelijke vooruitgang of inhaalbeweging uit.