“De arbeidsdeal weegt veel te licht en biedt geen oplossingen voor de vele ondernemingen die vandaag schreeuwen om nieuwe medewerkers. Individuele werknemers krijgen er meer flexibiliteit bij door de mogelijke 4-dagen-week, de week-om-weekregeling en het recht op deconnectie. Maar die flexibiliteit geldt niet voor de werkgevers. De maatregelen over avond- en nachtwerk voor e-commerce en het activerende ontslagrecht zijn de enige lichtpuntjes. Deze deal is een gemiste kans.”
Dat laat hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka, weten in een reactie op de arbeidsdeal van de overheid.
E-commerce trein gemist
België heeft de trein van de e-commerce gemist, vindt Voka. Maar de organisatie ziet nu een kleine kentering. De maatregelen uit de arbeidsdeal die daaraan moeten verhelpen, zijn een eerste aanzet, aldus Voka. Zo zal er avondarbeid kunnen georganiseerd worden mits akkoord van 1 vakbond. Via een experiment kan tijdelijk worden afgeweken van de huidige rigide reglementering rond nachtarbeid. “Het is jammer dat dit een tijdelijk experiment is en geen definitief nieuw beleid”, luidt de commentaar van Hans Maertens. “We zullen zien of de e-commerce daarmee van de grond kan komen in ons land.”
Opleiding is cruciaal
Voka noemt zichzelf een grote voorstander van levenslang leren, maar het opbouwen van het individuele opleidingsrecht voor elke werknemer naar 5 dagen is een te generieke maatregel. Een goed opleidingsbeleid vraagt eerder om maatwerk op sector- en bedrijfsniveau en op persoonlijk niveau, laat Voka weten. Van bovenaf een vast aantal opleidingsdagen betonneren, is het omgekeerde van wat nodig is.
Het activerend ontslagrecht waarbij iemand tijdens de opzegperiode een opleiding mag volgen, is dan weer een goede zaak. Het kan ertoe leiden dat mensen minder lang werkloos zijn. Voka was al lang vragende partij voor een activering van het ontslagrecht.
Meer rechten voor werknemers
De arbeidsdeal bevat heel wat maatregelen die zorgen voor een betere afstemming tussen privé en werk. Daarbij krijgt de werknemer extra rechten. Zo kan de werknemer een 4-dagen-week vragen, of een week-om-week-regeling en moet de werkgever de deeltijdse variabele roosters vroeger meedelen. Dit betekent voor de werkgevers zwaardere administratieve belasting, en vooral grote aanpassingen in de arbeidsorganisatie die nu al zwaar onder druk staat. “Deze maatregelen zullen niet leiden tot meer jobs, maar wel tot een moeilijkere arbeidsorganisatie voor de werkgever”, denkt Hans Maertens. “We vrezen ook dat door deze maatregelen er aan jobhopping zal worden gedaan.”
Onbegrip over inmenging
Na het recht op deconnectie te hebben ingevoerd voor de federale ambtenaren, wil de federale regering hetzelfde doen voor de private sector. Ondernemingen moeten een CAO opstellen waarin de werkgever zich ertoe verbindt om zijn medewerkers niet buiten de normale werkuren te contacteren. “Dit is een verregaande en overbodige inmenging in de relatie tussen werkgevers en werknemers”, zegt Hans Maertens in een commentaar. “We begrijpen niet dat de overheid hier regelgevend tussenkomt. De regering toont een gebrek aan vertrouwen in werkgevers, die perfect in staat zijn om aldus hun arbeidsorganisatie zelf of in overleg met de medewerkers en de sociale partners op een verantwoordelijke manier te regelen.”
Asymetrisch beleid
Van een uitvoering van het asymmetrisch arbeidsmarktbeleid is in de arbeidsdeal niets te merken, vindt Voka tot slot. Nochtans staat dit principe ingeschreven in het regeerakkoord en werd het bevestigd in oktober van vorig jaar. “De federale regering schuift het dossier opnieuw voor zich uit naar een interministeriële conferentie”, aldus nog Voka. “De werkzoekenden moeten vanuit de werkloosheid geactiveerd worden om aan de slag te gaan en langdurig zieken moeten, waar mogelijk, geheel of gedeeltelijk gereïntegreerd worden. Daarover zijn afspraken nodig tussen de federale en deelregeringen. Die moeten er nu dringend komen. Dat zal de werkzaamheidsgraad wél verhogen.”
Hans Maertens besluit in niet mis te verstane bewoordingen. “De Vlaamse bedrijven hebben alles te winnen bij eigen Vlaamse accenten in het arbeidsmarktbeleid”, zegt hij. “Wat we nodig hebben, is al lang bekend. De federale minister van werk moet handelen en niet langer kostbare tijd verliezen.”