Het pensioenakkoord dat het federale kernkabinet de voorbije dagen bereikt heeft, is niet de hervorming waar ons land zo dringend nood aan heeft. Voor Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, is dit geen pensioenhervorming maar eerder een pensioenvervorming met een aantal maatregelen die de toekomstige pensioenfactuur nog dreigen te verzwaren.
“Deze hervorming is bijzonder licht en is geen antwoord op de vergrijzing die ons in de komende decennia te wachten staat”, aldus Hans Maertens. “De gevolgen op de pensioenuitkeringen en de zorg zullen gigantisch zijn. Deze hervorming is daar allesbehalve een antwoord op. De regering rekent ook op een verhoogde werkzaamheidsgraad maar ook de recente arbeidsdeal zal daartoe niet toe bijdragen.”
Slag in het water
De regeringstop bereikte een akkoord over de pensioenbonus en de voorwaarden voor het minimumpensioen. Heel wat andere dossiers zoals het deeltijds en vervroegd pensioen en de verhoging van de pensioenleeftijd bij defensie en de NMBS verdwenen van de tafel. Er is niet geraakt aan het onderscheid tussen ambtenarenpensioen en pensioen uit de privésector. Bovendien moeten er zelfs na weken onderhandelen nog berekeningen gemaakt worden over de precieze financiering van de nieuwe maatregelen.
“Deze hervorming is een slag in het water en de naam hervorming niet waardig. Deze maatregelen dragen niet bij tot een langetermijnvisie op de vergrijzing en dreigen alleen geld te kosten”, aldus Hans Maertens.
Te weinig activering
De regering verwijst voor de financiering van de pensioenen steeds naar een verhoogde werkzaamheidsgraad. De werkzaamheidsgraad stijgt, maar weliswaar trager dan in de andere EU-landen. Er is bovendien een groot verschil tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië.
“De arbeidsdeal die de voorbije maanden gesloten werd, bevat te weinig activerende maatregelen om meer mensen aan het werk te zetten en zal dus ook de werkzaamheidsgraad niet doen stijgen waardoor ook de financiering van de pensioenen onder druk blijft”, aldus nog Hans Maertens.
Voka roept de federale regering op de politieke en socio-economische tegenstellingen te overstijgen. “Er moet nu werk gemaakt worden van echte en fundamentele hervormingen”, zo zegt Maertens tot slot. “In deze crisistijden met voor de bedrijven stijgende energie- en grondstoffenprijzen, uit de pan swingende loonkosten door de automatische indexering en de krappe arbeidsmarkt kan er niet langer getalmd worden. Het najaar zal er op of er onder zijn.”