De vakbonden ACV en ABVV willen op maandag 29 maart hun matten uitrollen en hun leden ronselen om loonsverhoging te eisen in sectoren waar het wél goed gaat. Voka heeft er bedenkingen bij. “We staan vandaag op een kantelpunt”, zegt Bert Mons. “Een zetje naar de verkeerde kant zal onze relance vertragen en op de helling zetten. Een algemene stakingsdag levert honderden miljoenen euro verlies op voor onze economie. Ondernemingen in alle sectoren hebben nog met significant omzetverlies te maken. In de internationale hoofdkwartieren zullen onze vestigingen bovendien met de vinger worden gewezen. En dan maar hopen op investeringen in de toekomst. De stakingseisen die de bonden aanhalen, snijden geen hout. Een forse loonstijging is midden in de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog een fout idee. Het zal de keel dichtknijpen van ondernemingen die nu al in ademnood zitten.”
Geen marge
Steeds volgens Voka West-Vlaanderen is het onjuist dat er in sommige sectoren tijdens deze crisis bakken geld wordt verdiend. “Elke sector heeft in 2020 omzetverlies geleden, en ook in februari van dit jaar is er nog een gemiddeld omzetverlies van 6%”, repliceert Bert Mons. “Sectoren die nog gesloten zijn, hebben letterlijk geen enkele marge voor opslag. Voor hen is deze staking een regelrechte kaakslag. Daarom moeten we ons houden aan de loonnorm.”
Maximale bovengrens
Voka West-Vlaanderen wijst erop dat er volgens de CRB al een automatische indexaanpassing zal toegekend worden van 2,8 procent over 2 jaar. “Dit is al een meer dan substantiële loonsverhoging waarover niet onderhandeld wordt. In andere landen maakt dit wel het voorwerp uit van sociaal overleg”, aldus Bert Mons. “Daarbovenop kan wettelijk nog 0,4 procent komen. Maar dit is echt het absolute maximum dat onze bedrijven aan kunnen en kunnen aanvaarden.”