Vincent Van Quickenborne antwoordde in het parlement op een vraag van zijn partijgenoot en kamerlid Jasper Pillen. De Franse plannen botsen al enkele jaren op Belgisch verzet. Veel, te veel, vragen blijven overeind: over het zicht vanop land, over de vaarroutes, over het (beschermde) mariene milieu, over de activiteiten van Defensie, enzovoort. Minister Van Quickenborne onderstreepte in de Kamer nogmaals dat België in 2016, toen de locatie van de zone werd vastgelegd, door de Fransen niet eens niet werd gehoord of betrokken. De problemen die hier rechtstreeks uit voortvloeien werden door de minister opgelijst.
Het komt neer op vijf problemen die door Parijs over het hoofd werden gezien. Probleem 1: de historische scheepvaartroutes tussen ons land en de UK worden door de bouw van het windmolenpark onbruikbaar. Alternatieve routes werden onderzocht maar zijn praktisch niet haalbaar of commercieel rendabel. Deze route wordt ook veelvuldig gebruikt door andere zeeschepen, vissersboten en pleziervaartuigen. Vrijwaring van deze routes is dus noodzakelijk.
Probleem 2: de Fransen respecteren de Belgische veiligheidsperimeter niet. Concreet komt dit er op neer dat de oppervlakte waarop Frankrijk windmolens kan bouwen, met bijna de helft verkleind wordt. Probleem 3: de voorziene locatie ligt in Franse wateren maar het luchtruim erboven wordt door België gecontroleerd. Dit betekent dat obstakels of windmolens in deze zone niet hoger mogen zijn dan 126 m om het vliegverkeer niet te storen. In de plannen die voorliggen worden windmolens voorzien die tot 300 m hoog kunnen zijn. Probleem 4: de visuele pollutie. Windmolens die tot 300 m hoog reiken zijn een doorn in het oog van de Vlaamse kustgemeenten. De gevolgen voor kustbewoners, tweede verblijvers, het toerisme en de economie zal enorm zijn. Probleem 5: de windmolens komen te liggen in een gebied dat grenst aan het Belgisch Natura 2000 beschermd gebied ‘De Vlaamse Banken‘.
Constructieve voorstellen
Kamerlid Jasper Pillen vernam van de minister ook dat België een constructieve partner wil zijn in dit dossier. Ons land stelt voor om de locatie van het windmolenpark meer naar het noorden te verschuiven. Deze alternatieve locatie vrijwaart alvast de scheepvaartroutes, is gelegen buiten het door België gecontroleerd luchtruim en beperkt aanzienlijk de impact op het zeezicht. Wat de impact op het milieu betreft heeft België aangeboden de resultaten van onze studies te delen en samen te werken voor eventuele bijkomende studies. België vraagt dan ook aan Frankrijk om deze alternatieven te onderzoeken.
Tot slot gaf Minister van Quickenborne aan dat ons land nu de resultaten van de publieksconsultatie (van begin december 2020) zal afwachten, en in functie van die resultaten nieuwe stappen zal zetten. Verder wordt werk gemaakt van het klassiek diplomatiek en informeel bilateraal overleg om de zaak te deblokkeren.