“We zitten in de laatste rechte lijn van het co-creatie-onderzoekstraject”, lichtte minister Peeters toe. “Tegen maart 2023 zullen de onderzoeksresultaten klaar zijn. Tijdens het traject zijn alle mogelijke alternatieven om onze kust op lange termijn bij stijgende zeespiegel te beschermen onderzocht. Het onderzoek zal concluderen welke alternatieven kansrijk en redelijk zijn en welke niet. Belangrijk daarbij is dat we de huidige functies van en aan onze kust bewaren en zelfs versterken waar het kan. We zoeken in dit traject actief naar kansen voor ecologie, economie, toerisme en recreatie.”
Voor de kinderen van onze kleinkinderen
Kustvisie bouwt verder op het Masterplan Kustveiligheid, dat momenteel in uitvoering is en elke plaats langs onze kust minstens tot een zeespiegelstijging van 30 centimeter (ten opzichte van 2000) beschermt. Dat is voldoende om ons tot 2050 te beschermen, maar daarna zullen extra maatregelen nodig zijn.
Daarom zijn het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en het agentschap Maritieme Dienstverlening & Kust gestart met dit co-creatie-onderzoekstraject. Op die manier kunnen we onze kust en het achterland ook op lange termijn stapsgewijs en blijvend beschermen tegen de stijgende zeespiegel. Zodat ook de kinderen van onze kleinkinderen nog kunnen blijven genieten van onze kust.
Input van alle stakeholders
Alle belanghebbenden hebben de afgelopen maanden feedback en input kunnen geven. En die wordt meegenomen. Sinds november 2021 zijn gedurende het hele co-creatie-onderzoekstraject al meer dan 100 overlegmomenten geweest. Voor elk van de strandzones en elk van de kusthavens vonden meerdere specifieke overlegmomenten plaats met vertegenwoordigers van federale, Vlaamse, provinciale en gemeentelijke overheden, van de havenbedrijven en van alle relevante middenveldorganisaties.
Belangen zoals toerisme, erfgoed, havenactiviteiten, vastgoed en natuur vormen soms uitdagingen voor de diverse mogelijke beschermingsalternatieven. Maar dankzij de input van iedereen kunnen de niet redelijke alternatieven onderbouwd weggeschreven worden en kunnen de kansrijke alternatieven geoptimaliseerd worden. Ook met vertegenwoordigers van Nederland en Frankrijk wordt er regelmatig overleg gepleegd.
De vier kusthavens Zeebrugge, Oostende, Blankenberge en Nieuwpoort volgen een parallel traject van co-creatiesessies. Dat is nodig omdat er voor de havens extra uitdagingen zijn naast kustbescherming en waterkering. Het gaat dan onder andere over de afwatering van water uit het binnenland naar zee. En ook hoe de havens operationeel kunnen blijven ondanks de zeespiegelstijging. Ook hier zette het project binnen de zogenaamde ‘havenwerkbanken’ grote stappen voorwaarts.