Pauli 178

Verbluffende visionair Gunter Pauli schopt West-Vlaamse ondernemers een geweten

KORTRIJK, DEERLIJK – Voor de zesde opeenvolgende maal organiseerde de intercommunale Leiedal een conférence met een gastspreker. Dinsdagavond was Gunter Pauli de centrale gast. Hij staat bekend als milieu-ondernemer par excellence die sinds de jaren tachtig zijn tijd ver vooruit is. Kortom: een denker én een doener.

Ruim dertig jaar terug al lanceerde Antwerpenaar Pauli ideeën rond zero emissie, waste management, alternatieve energie of de circulaire economie. Toen werd hij nog als een curiosum gezien, vandaag past de term visionair veel beter bij de man die bijvoorbeeld het milieubedrijf Ecover vleugels gaf. Zijn bijna vijf jaar oude boek ‘De Blauwe Economie’ -waarin hij zijn visie op de wereld van vandaag en van de toekomst haarfijn uit de doeken doet – werd inmiddels al 1 miljoen 400.000 keren verkocht in vele landen ter wereld.

Volgens Gunter Pauli is één zaak cruciaal in het ondernemersleven: de verbeelding moet aan de macht komen. Volgens hem wordt er nog veel te veel gedacht in traditionele maar verouderde, om niet te zeggen vastgeroeste, concepten. Of anders gezegd: de ondernemersgemeenschap moet leren meer meerwaarde te creëren met wat voorhanden is in onder meer de natuur. Hij gaf daar enkele spectaculaire voorbeelden van die ook na te lezen zijn in zijn nieuwste boek, vers van de pers, met de titel Zo slim als de natuur. Om maar één voorbeeld te geven: het internet van de toekomst zal aangestuurd worden door de sterkte, de kracht en de snelheid van het licht, en niet langer door bites.

Volgens Gunter Pauli is het de hoogste tijd dat Europa uit zijn slaap wakker wordt. “Ondernemerschap en creatief of logisch denken zijn zaken die vanaf zeer jeugdige leeftijd moet gestimuleerd worden”, aldus de welbespraakte ethische denker. “In China bijvoorbeeld gebeurt dat al van in de kleuterklas volgens een wel doordacht en door de overheid gestimuleerd concept waar het land in de toekomst de vruchten moet en zal van plukken. Waar wachten we op?”