Vlaams minister voor Energie Zuhal Demir zei woensdag in het Vlaams parlement dat ze geen vergunning zal afleveren voor Ventilius. Reden: zolang de burgemeesters er zich tegen verzetten, is immers geen draagvlak. Voorlopige conclusie op Vlaams niveau: exit dus Ventilius.
Maar zo hebben de federale ministers Vincent Van Quickenborne (verantwoordelijk voor de Noordzee) en Tinne Van der Straeten (bevoegd voor energiedossiers) – het hoegenaamd niet begrepen. Ventilius moet er wel degelijk komen, vinden ze in een gezamenlijk persbericht. Ze verklaren zich ook allebei verwonderd over de verklaringen van Demir, zo voegen ze er aan toe. “De verbindingen op land zijn in alle gevallen nodig”, aldus de federale ministers. “Het hoogspanningsnet in West-Vlaanderen is vandaag niet sterk genoeg om de enorme toename van hernieuwbare energie van uit de windmolenparken op zee te transporteren. Maar ook voor elektrische wagens, wind op land en zonnepanelen die er de komende jaren zullen bijkomen alsook voor de energiebevoorrading van onze bedrijven is de versterking cruciaal. Ook zonder windmolens op zee hebben we die verbindingen nodig.”
Cruciaal voor bedrijven
De federale ministers zeggen nog begrip te hebben voor het standpunt van de mensen die tegen zijn. Om te concluderen: “We rekenen op een goede samenwerking tussen alle beleidsniveaus. Dit is cruciaal voor de energiebevoorrading van onze bedrijven en in het belang van de elektriciteitsvoorziening van ons land.”
Een kleine twee weken geleden keurde de federale ministerraad het voorstel goed om de capaciteit van wind op zee (Prinses Elisabethzone) te verdrievoudigen, waarmee groene stroom kan voorzien worden voorzien voor elk Belgisch gezin. Om die kilowatts aan land te brengen is infrastructuur nodig, ondergronds (duurder) of bovengronds.
