“We merkten al lang dat zelfstandigen, terecht, wakker lagen van hun pensioen en de vraag hoe ze hun oude dag zullen doorkomen”, zegt Wouter Blomme. Op 19 mei werd de afschaffing van de unfaire correctiecoëfficiënt unaniem goedgekeurd in de commissie Sociale zaken van het federaal Parlement en nu volgde ook de definitieve beslissing in de plenaire vergadering.
Oorsprong van het systeem
Hoe komt het dat zelfstandigen tot nu een lager pensioen hadden dan werknemers met een eenzelfde inkomen? In de eerste plaats omdat zelfstandigen tot 1984 een forfaitair pensioen kregen in plaats van een pensioen berekend op basis van het inkomen en de bijdragen die ze betaalden. Maar dé belangrijkste reden voor het lager pensioen als zelfstandige was de zogenaamde correctiecoëfficiënt die sindsdien bestond. Het inkomen van zelfstandigen werd bewust ‘gecorrigeerd’ (lees: naar beneden getrokken) om hun pensioen te berekenen. Daardoor werd slechts 69% van het inkomen meegerekend.
De reden voor die ongelijke behandeling was zogenaamd omdat zelfstandigen minder sociale bijdragen betalen dan werknemers. “Maar de voorbije jaren bewees Unizo meermaals met harde feiten dat dit argument al lang tot het rijk der fabelen behoort”, stelt Wouter Blomme.
De toekomst is aan de zelfstandigen
“Een historische dag dus voor de zelfstandigen, een jarenlange Unizo-eis ingewilligd”, aldus een triomfantelijke Wouter Blomme. “Eindelijk een gelijk pensioen én gerechtigheid voor zelfstandigen. Het is een lichtpuntje voor velen onder hen die het bijzonder moeilijk hebben. Hopelijk vormt dit de start van een rooskleurige toekomst voor de zelfstandige ondernemers.”