Unilin verwerkt elk jaar 40.000 ton PVC-afval, dat komt van vinylplanken met productiefoutjes en snijafval uit de fabrieken, en van verwijderde vloeren van bij de installateurs. 40.000 ton vinyl, waarvoor PVC de basis vormt, is 20 procent van wat Unilin elk jaar produceert. “Jarenlang hebben we zwaar geïnvesteerd in de performantie van onze vinylvloeren – akoestische isolatie, waterbestendigheid en kras- en slijtvastheid – en in levensechte designs”, zei Ruben Desmet, de CEO van Unilin Flooring, onlangs aan de krant De Tijd. “Maar op dit moment is duurzaamheid het slagveld waar de toekomst van de vloerbekleding wordt uitgevochten. Dat geldt des te meer voor vinyltegels en -planken, dé wereldwijde groeimarkt in vloeren.”
Complex procédé
Reden genoeg voor Unilin om dit jaar alleen al 20 miljoen euro te investeren in een nieuwe, unieke technologie waarmee het niet alleen het PVC uit zijn eigen productie, maar ook dat van andere producenten kan verwerken. “Vinylafval uit onze eigen fabrieken verwerken, wat we nu al doen, kan je bezwaarlijk recyclage noemen”, heet het bij Unilin. “Dat is eerder het hergebruiken van een grondstof. Het wordt veel complexer als je het PVC van rioolbuizen, ramen en deuren en medisch materiaal wil recupereren. Dan moet je een procedé ontwikkelen waarbij je de chemische formules van verschillende soorten PVC kan verwerken tot één stabiel materiaal dat voldoet aan de vereisten voor nieuw vinyl. De nieuwe productielijn die we bouwen kan zo’n brede inputstroom aan.”
Dit najaar moet de machine operationeel zijn. Vanaf midden volgend jaar moet 10 procent van het door Unilin geproduceerde LVT, dat het vanuit West-Vlaanderen uitvoert naar overal ter wereld, volledig uit gerecycleerd PVC bestaan. De eerste productielijn komt in Wielsbeke. Bedoeling is om de komende jaren de oudere productielijnen uit te faseren en te evolueren we naar bijna 100 procent gerecycleerd materiaal.
