HOOGLEDE – Deceuninck heeft niet al te beste halfjaarresultaten bekend gemaakt, overigens in lijn met de verwachtingen. Boosdoener is vooral Turkije, een cruciale markt voor de West-Vlaamse beursgenoteerde groep. Turkije flirt echter al enige tijd met economische recessie. De business in Europa stabiliseerde en in Noord-Amerika was er sprake van lichte groei (+1,9 procent).
De omzet na zes maanden daalde met 8.5 procent tot 312.5 miljoen euro (341,5 miljoen in eerste jaarhelft 2018). Ook de netto winst daalde: van 7,5 miljoen euro in de gelijkaardige periode in 2018 tot een netto verlies van 1,2 miljoen euro dit jaar. Alles wordt op conto gezet van de situatie in Turkije, heet het bij Deceuninck.
Maar defaitisme is niet aan de orde. Naar het voorbeeld van zijn topman blijft Deceuninck strijdvaardig. “De effecten van de economische achteruitgang in Turkije die reeds zichtbaar waren in de tweede helft van 2018 hebben zich verdergezet in 2019″, aldus Deceunincks topman Francis Van Eeckhout. “We blijven echter absoluut overtuigd van het lange termijn potentieel van Turkije, zowel omwille van zijn grote en dynamische lokale markt als omwille van zijn potentieel als export hub. Maar de timing van het herstel blijft moeilijk te voorspellen. In Europa maken we grote vorderingen bij de integratie van de regio’s West en Centraal Europa en de lancering van nieuwe productengamma’s. We zijn ook gelukkig dat de nieuwe recyclagefabriek (in Diksmuide, nvdr) zijn productie stelselmatig opdrijft aangezien dit een belangrijk onderdeel is van ons duurzaamheids engagement.”
