IEPER – Het vertrek van Dominique Leroy bij Proximus heeft het thema voorkennis opnieuw helemaal in de kijker geplaatst. De praktijk leert dat dossiers over handel met voorkennis meestal eindigen met een juridische sisser. Het Transics-verhaal zorgt voor een juridische primeur: nooit eerder werd er in Belgenland een zo grote boete (1,4 miljoen euro) uitgesproken, geld dat integraal naar de schatkist gaat. Het Ieperse Transics, specialist van boordmonitoren in vrachtwagens, vaart al ruim vijf jaar onder Amerikaanse vlag.
De spilfiguren achter de handel met voorkennis waren de financiële investeerder Herman Wielfaert van het durfkapitaalfonds Creafund, dat aandeelhouder was van Transics, en de Transics-stichters Walter Mastelinck en Ludwig Lemenu. In 2013 haalde het trio Transics van de beurs voor een zachte prijs van 9,4 euro per aandeel terwijl ze al wisten dat het Amerikaanse Wabco 12,5 euro zou betalen. Ultiem werd dat zelfs 14,14 euro per aandeel. Die informatie verzwegen ze voor de kleine beleggers. Daardoor had de top van Transics zicht op een snelle persoonlijke verrijking. Walter Mastelinck is tegenwoordig actief bij Creaplan, dat gespecialiseerd is in de uitrusting van beursstanden, displays en interieurs.
Het driemanschap en hun vennootschappen verwierven voor zichzelf een vermogensvoordeel van 443.345 euro, zo berekende de beurswaakhond, het FSMA. De drie betrokkenen worden in de minnelijke schikking veroordeeld het dubbele terug te storten of zo’n 900.000 euro. Creafund-directeur Herman Wielfaert en het vehikel Tavares, dat de beursgenoteerde aandelen-Transics goedkoop inkocht, worden nog eens apart beboet voor 250.000 euro wegens het afleggen van misleidende verklaringen. Transics International moet zelf ook 250.000 euro betalen omdat het de informatie over de overnamegesprekken van Wabco niet publiceerde. Daarmee komt het totale bedrag op 1,4 miljoen euro. Het is de hoogste boete tot nu toe voor handel met voorkennis.