Vanlerberghe 21

Straffe madammen: Jennie Vanlerberghe onderneemt in …Afghanistan

IEPER - In de nieuwe rubriek 'Straffe Madammen' gaan we aan de praat met West-Vlaamse vrouwelijke ondernemers van hoog allooi. Dames met pit die het ondernemerschap op hun eigenste manier invullen. Vandaag de misschien wel strafste madamme van West-Vlaanderen. De Ieperse Jennie Vanlerberghe (75) die al twintig jaar het ondernemerschap en het lot van de vrouw in Afghanistan probeert vooruit te stuwen.

-U blijft ook vandaag nog altijd ondernemen. Hoe zag uw leven er tot hiertoe uit?

-Jennie Vanlerberghe: Ik ben een leven lang journaliste geweest: van het schrijven van artikels voor Roularta opgeklommen tot hoofdredactrice van De Streekkrant. Tientallen jaren. Via mijn beroep ben ik voor het eerst in oorlogsgebied terecht gekomen. Ik schreef onder meer bijdragen over de situatie in de Balkan, maar ook in Palestina en Somalië. Het lot van de vrouw stond daarbij vaak centraal.

-Wat dreef u destijds (2001) naar Afghanistan?

-Via een toevallige ontmoeting met een Franse vriendin kwam ik in direct contact met een Afghaanse vluchtelinge. Dat verhaal greep me danig aan. Na nine eleven en de val van de Taliban, ben ik in 2002 voor het eerst naar Kaboel gereisd. Zo ben ik ook met de internationale organisatie Mothers for Peace in contact gekomen. Ik leid vanuit vredesstad Ieper de Belgische antenne van de organisatie, die kan rekenen op veel sympathie vanuit het hele land, wat zich vertaalt in veel vrijwilligerswerk voor het goede doel. Inmiddels reis ik al twintig jaar lang naar Afghanistan, in principe drie tot vier maal per jaar. Met één doel: het lot van de vrouw helpen verbeteren.

-Maak eens een balans op van twintig jaar veldwerk in Afghanistan?

-Ik denk te mogen zeggen dat we twee grote realisaties hebben verwezenlijkt, die het lot van de vrouwen toch verbeterd hebben. Eén: twee vrouwencentra, waar medische bijstand wordt verleend, maar ook aan scholing wordt gewerkt (leren lezen, leren tellen). Twee: we hebben al twaalf schooltjes uit de grond gestampt. Ook persoonlijk heb ik veel bijgeleerd. Ik vond dat je niet aan de weg kan timmeren zonder goed de cultuur van een land te kennen. Ik heb veel ‘gestudeerd’ en mezelf zelfs door de principes van de Islam geworsteld. Ik vind dat een must als je zaken in beweging wil krijgen.

-Hoe heeft u het lot van de vrouwen in Afghanistan zien evolueren?

-Alles evolueert ontzetten traag natuurlijk, maar toch. Je ziet nu al meer vrouwen op straat of meer vrouwen die winkelen. Dat was twintig jaar terug nog zo goed als ondenkbaar. De boerka wordt ook meer en meer afgegooid. Ik schat dat 50 procent van de vrouwen in Kaboel nu een sjaal dragen. Dat is een hele vooruitgang in vergelijking met twintig jaar terug. Hier en daar durven vrouwen ook al een klein handeltje opzetten op een marktplein. Dat is nog altijd ongewoon. Onderwijs, opvoeding (geneeskundige zorg) en ook ondernemerschap zijn cruciaal in de ontvoogding van vrouwen. Weet u: zelfs de Afghaanse mannen geven achter de schermen toe dat ons dieptewerk met en voor vrouwen zijn effect niet mist. Dat mag als het ultieme bewijs gelden dat wij goed bezig zijn.

-Zonder steun van de Afghaanse overheid kan u uiteraard ook niet verder. Hoe staat de huidige Afghaanse regering tegenover ontvoogding via ondernemerschap?

-Je kan uiteraard geen wonderen verwachten. Dit is een zeer traag leerproces. Persoonlijk ben ik erg tevreden dat we toegang hebben tot de first lady van Afghanistan, Rula Ghani, de vrouw van de president. Enkele jaren terug was ze te gast bij ons in Ieper en ik heb ze ook al meer dan eens ontmoet in Kaboel. Ze is onze initiatieven zeer genegen. Vergeet ook niet dat zij een moderne vrouw is die destijds met haar man lang in de VS heeft gewoond. Maar in eigen land mag ze zich helaas nog altijd niet al te veel profileren. Achter de schermen steunt ze ons. Zo heeft ze er mee helpen voor zorgen dat er in de gevangenis van Kaboel (die ik bezocht heb) ook vrouwelijke artsen zijn die zich kunnen buigen over het lot van de vrouwen die vast zitten voor zogenaamd sexuele delicten. Daaronder verstaan: hand in hand lopen met iemand over straat, of iemand kussen in het openbaar.

-Hoe ziet de onmiddellijke toekomst er uit?

-Veel hangt af van de politieke situatie uiteraard. Een terugkeer van de Taliban is niet meteen wenselijk. Persoonlijk zetten we nu zwaar in op de inrichting van een heus Studentenhuis waar een honderdtal jonge meisjes die naar de unief gaan een veilig onderkomen kunnen vinden. Corona heeft dit plan vertraagd, maar we gaan er nu opnieuw voluit voor.

-Wat kunnen West-Vlaamse ondernemers doen die dit lezen?

-Veel, zeer veel. Het begint al met zich goed te informeren via onze website, dan kan van daaruit concrete actie volgen. Financiële steun blijft altijd welkom, maar wie interesse heeft kan ons ook met frisse ideeën bijstaan. Hopelijk, als de toestand min of meer stabiliseert, kunnen we inleefreizen organiseren. Pas op het terrein beseft men hoe groot de nood nog altijd is.

info: www.mothersforpeace.be

foto: Jenny Vanlerberghe vierde van links

(KC)