Na twee jaar voorbereiding achter de schermen doet Prado z’n intrede in de wereld van ventilatie en verlichting. Prado ontwerpt geen ventilatiesystemen, maar het laat ventilatieventielen verdwijnen. Een gat in de markt volgens de twintiger. “Het belang van ventilatie is niet te onderschatten, dat werd pijnlijk duidelijk de afgelopen maanden”, zegt Thibault Renson. “Toch wordt ventilatie in architecturale kringen vaak gezien als een noodzakelijk kwaad. Daar wordt minimalisme steeds meer de norm. In ons haastige leven, zowel on- als offline, moet ‘thuis’ vooral een plaats zijn waar je tot rust kan komen. Architecten gebruiken steeds vaker natuurlijke materialen en kleuren om rust te creëren. Een plafond vol ventielen, die gebruikt worden voor de toe- en afvoer van lucht, hoort daar niet in thuis.”
Rust creëren
Het gamma van Prado bestaat uit een compleet aanbod van high-end verlichtingsarmaturen met geïmplementeerd afvoerventiel. De rust en het design van het armatuur verbergen het ventiel. “Door licht en ventilatie te combineren, creëren we rust aan het plafond”, aldus de youngster. “De ventielen die nu gebruikt worden om de lucht verversen, zijn steeds heel aanwezig en opvallend. Een esthetische oplossing die (interieur)architecten kon overtuigen was niet meteen voor handen. Door in onze verlichtingsarmaturen een regelbaar ventilatieventiel te ‘verstoppen’ creëerden we zelf een oplossing.”
Internationale erkenning
Prado kan al meteen prat gaan op heel wat unieke projecten. “We hebben ervoor gekozen om al voor de publieke start nauw samen te werken met een aantal toonaangevende Belgische architecten”, verduidelijkt Thibault. “Zo hebben we al meerdere projecten lopen met internationaal gerenommeerde architecten als Glenn Sestig en Nathalie Deboel. Met hen konden we onze gedachtegang en eerste producten afstemmen, essentieel voor het creëren van producten waar de markt echt op zit te wachten.”
Die manier van werken heeft al geloond. De Renson-telg sleepte met zijn Prado al een eerste internationale award in de wacht, die werd toegekend door een Amerikaans expertenbureau in Chicago (het Chicago Athenaeum Museum of Architecture and Design). “Dat is alvast een start om trots op te zijn”, besluit Thibault.