“Dit kunnen we niet lang meer volhouden.” Voor Caroline Van der Perre, co-CEO van het West-Vlaamse recyclagebedrijf Raff Plastics, is de situatie van haar bedrijf zeer zorgwekkend. Sinds vorig jaar kampen de bedrijven die plastics recycleren met hevige concurrentie uit het Verre Oosten. Maar na een eerste noodkreet van de sector begin dit jaar is er weinig beterschap gekomen.
Aan de ene kant is er de nieuwe of ‘virgin’-plastic, die vers gemaakt is uit olie, en waarvan de prijs meeschommelt met de olieprijs. Die prijs is al enige tijd laag, bovendien investeren vooral bedrijven uit Saudi-Arabië in landen als China om daar plastic te maken en zo de vraag naar olie veilig te stellen. Daardoor is het voor afnemers interessanter om nieuw verpakkingsplastic aan te kopen, dan gerecycleerd plastic uit Europa zelf.
Daarnaast is er ook de goedkope import van recyclaat, het gerecycleerde materiaal dat gemaakt wordt uit plasticafval van de industrie, de bouw of de blauwe zak, uit landen als China en Maleisië. Zij spelen in op de Europese verplichtingen om gerecycleerd afval te verwerken in plastic verpakkingen.
Tegen 2030 geldt er voor non-foodverpakkingen een verplichte gerecycleerde inhoud van 35 procent, tegen 2040 moet dat zelfs 65 procent worden. Maar Europa heeft niet helder bepaald dat dit afval uit Europa zelf afkomstig moet zijn. Bedrijven in het Verre Oosten zien hier nu al een opportuniteit in om nieuwe markten te veroveren en van hun eigen voorraden af te raken.
Europa circulair?
Als gevolg daarvan is de prijs van recyclaat gehalveerd ten opzichte van 2022. Om de prijs omlaag te krijgen, wijzen afnemers de recyclagebedrijven erop dat zij zeer lage prijzen krijgen aangeboden van bedrijven uit het Verre Oosten. Het resultaat is dat de volledige sector – de sectorfederatie Denuo telt een 250-tal bedrijven – in een diepe crisis is beland.
“Dit staat haaks op de Europese ambitie om circulair te worden”, zegt Van der Perre namens Raff Plastics aan De Standaard. “Als dat de bedoeling is, laat dan toch niet toe dat goedkoop materiaal uit Azië, waarvan we zelfs niet weten of het echt recyclaat is en in welke omstandigheden het is gemaakt, de Europese markt overspoelt. We zouden moeten groeien om de recyclagedoelstellingen te halen, maar iedereen staat nu op de rem. Alle inspanningen op het vlak van duurzaamheid worden zo ondermijnd.”
Bedrijven proberen intussen hun recyclagelijnen draaiende te houden, maar marges houden ze daar niet aan over, en de voorraden stapelen zich op. “Vaak gebeurt dat louter om personeel aan het werk te houden en omzet te genereren”, zegt Inge Dewitte, adviseur bij Denuo. “Enkele jaren geleden, toen de vooruitzichten nog gunstig waren, hebben verschillende bedrijven geïnvesteerd in bijkomende productielijnen, maar die liggen nu noodgedwongen stil.”
Afhankelijk van China
Wanneer de strengere Europese recyclageregels in 2030 in werking treden, zou de situatie moeten verbeteren. Het is maar de vraag of de Europese bedrijven die datum halen.
“Als dit zo verder gaat, zullen we in België straks geen recyclagebedrijven meer hebben”, zegt Dewitte. “Wij kunnen met onze arbeids- en milieuvoorwaarden, en onze hoge energieprijzen ook niet concurreren met goedkope import.”