Over de voorbije vijftig jaar besteedde West-Vlaanderen net geen 35 miljoen euro aan ontwikkelingssamenwerking waarbij provinciegenoten betrokken waren. Het eerste project ooit was de bouw van een ziekenhuis in Rwanda, site die nog steeds in werking is.
In totaal werden al 2.300 projecten, gespreid over een halve eeuw, financieel mee van de grond geholpen. Alles wordt vandaag gecoördineerd door het in 1998 opgerichte Wereldhuis West-Vlaanderen. West-Vlaanderen doet wat ontwikkelingshulp betreft beter dan de lat (1 procent, tegenover de gevraagde 0,7 procent van het overheidsbudget). De provincie werkt met vaste parameters. Zoals: er moet een nood zijn bij de bevolking, het moet gaan om duurzame en educatieve projecten en er moet een uitgekiend businessplan voorliggen, om de belangrijkste criteria te noemen.
Onderwijs voor elk kind
Het voorlopig laatste dossier in de rij heeft betrekking op de bouw van een nieuwe school in de parochie Saint-Irénée in Kinshasa. De provincie West-Vlaanderen gaf de spreekwoordelijke laatste (geldelijke) duw om te kunnen starten en dat was broodnodig.
“De kleuters en leerlingen uit de lagere school zitten momenteel nog in kleine kamertjes van een niet verlichte Congolese villa waarbij men in elke klas kan horen wat er in de andere klassen gezegd wordt”, zegt Lieve Droogmans die het project mee aanstuurt. “Bovendien moeten kleuters alternerend naar school komen omdat er te weinig klassen zijn. Ondertussen is het gelijkvloers al helemaal opgetrokken en is de opening van de school voorzien in het voorjaar van 2024. Het wordt de tweede in zijn soort in Kinshasa, en ook in Mbanza Ngungu werd al een dergelijke school gebouwd. Het betreft telkens de bouw van een kleuter- en lagere school met een sanitair blok en eventueel een polyvalente zaal. De kinderen betalen hier minerval (schoolgeld) maar wanneer de ouders dit niet kunnen betalen worden de kinderen echter niet van school gestuurd maar kunnen ze gewoon verder op school blijven. Verdient niet elk kind een degelijke opleiding?”