KORTRIJK – Bij de handelaars, middenstanders en inwoners van de Kortrijkse Doorniksewijk -één van de invalswegen van de Groeningestad- leeft een combinatie van onrust en commotie. Aanleiding zijn de ambities van het Kortrijkse stadsbestuur en van de openbare vervoersmaatschappij De Lijn om het centrum van Kortrijk te verbinden met Hoog-Kortrijk, en dit bij middel van een heuse trambus. Die trambus zou, wat had u gedacht, langs de Doorniksewijk, een bedding krijgen overeenkomstig het wel bekende principe uit de wiskunde: de kortste lijn tussen twee punten is de rechte.
De Stad Kortrijk wil investeren in een trambus. Volgens onze informatie zou daarvoor een budget voorzien zijn van 6 miljoen euro, naast de 4,5 miljoen die nu al ingeschreven staat bij het Agentschap Wegen en Verkeer. De plannen om een beter openbaar vervoer te voorzien tussen de beide stadsdelen zijn lang niet nieuw. De streekintercommunale Leiedal stelde tien jaar terug, bij monde van toenmalig topman Karel Debaere, al eens plannen in die richting voor. Kort nadien werd, ter gelegenheid van Busworld, al een trambus uitgeprobeerd tussen Kortrijk centrum en het in de jaren negentig door de Italiaanse urbanist Bernardo Secchi bedachte ‘concept’ Hoog-Kortrijk.
Nood aan dialoog
Nu zouden de plannen van het stadsbestuur en De Lijn concreter worden. Volgens de middenstanders en buurtbewoners van de Doorniksewijk zou de beoogde trambus pal door hun straat lopen, met alle mogelijke gevolgen van dien. De handelaars vrezen een aantal zaken maar vooral minder clandisie. Parkings zouden kunnen opgeofferd worden, wat de klanten weghoudt. “Het slechtste zou zijn mocht er eenrichtingsverkeer door onze straat lopen”, zegt de uitbater van een topwinkel. De handelaars hebben zich in elk geval verenigd in een drukkingsgroep want ze vernemen weinig of niets van het stadsbestuur, zo zeggen ze. Axel Weydts, schepen van Mobiliteit, zegt van zijn kant dat het absoluut de bedoeling is om in dialoog te gaan. “Zo’n trambus moet ook voor de middenstanders heel wat opportuniteiten met zich meebrengen.”
Champs Elysées van Kortrijk
De Kortrijkse burgemeester Vincent Van Quickenborne zet alles in perspectief. “Er zijn een aantal studies lopende”, aldus de burgervader. “Unizo bestudeert de zaak samen met Vives. Ook het Agentschap Wegen en Verkeer bekijkt het dossier nog van nabij, net als de Lijn. Pas dan kunnen we knopen doorhakken maar hopelijk nog in deze legislatuur. Uit wat we nu al weten blijkt dat een dubbele lijn (één richting Kulak, één richting AZ Groeninge) voor 750.000 reizigers extra kan zorgen. Er zou ook een stop komen ter hoogte van de Loofstraat, zeg maar pal in het winkelgedeelte wat dus positief zou moeten zijn. Ons grote voorbeeld is Metz waar al dergelijke trambus rijdt, en waar de effecten in alle opzichten positief zijn. Ik mag verhopen dat dit ook hier zo zou zijn: de Doorniksewijk als een soort Champs Elysées, zou dat niet mooi zijn?”
Ondernemers en onderwijs zijn vragende partij
Wie in elk geval vragende partij is voor een snelle en efficiënte trambus, zijn Voka, alsook de onderwijsinstellingen op Hoog-Kortrijk. Rector Piet Desmet is zelfs een vurig pleitbezorger. “Dat heb ik bij de opening van het Academiejaar ook al op de bühne expliciet gezegd”, aldus de rector. “Een optimale verbinding is zelfs hoogdringend. Men mag niet vergeten dat Hoog-Kortrijk mee het gezicht bepaalt van Kortrijk als kennisgedreven en creatief centrum. Naast de universiteit, de hogescholen en scholen, is er ook het AZ Groeninge en verder heel wat topbedrijven alsook Voka. Dit zorgt meer en meer voor grote mobiliteitsproblemen om niet te zeggen een verkeersinfart. Er is ook nog een ander argument en dat heet duurzaamheid. Zijn we het niet aan onszelf en de maatschappij verplicht om groen te denken?”
Ook Joris Hindryckx, algemeen directeur van de hogeschool Vives, zegt dat er iets moet gebeuren. “Met de Kulak erbij spreken we over 10.000 studenten die dagelijks naar de ene of de andere campus komen”, aldus Hindryckx. De bussen van De Lijn die rijden tussen de stationsomgeving en Kortrijk-Zuid zijn overvol en kunnen de toevloed niet aan. De gevolgen zijn niet te overzien. Ofwel komt men niet meer met het openbaar vervoer, met alle overlast van dien. Ofwel zal men gewoonweg Kortrijk mijden, en dat kan toch ook de bedoeling niet zijn? Een efficiënt openbaar vervoer is niet alleen nodig, maar ook dringend.”
