Gheysens Paul Antwerp

Paul Gheysens (Ghelamco) doet boekje open over ondernemen

IEPER - In een bijdrage die bedoeld was om een sportieve balans op te maken over 'zijn' club Antwerp, deelt Ieperling Paul Gheysens in de media vooral ook zijn visie op het ondernemerschap. Met enkele rake uitspraken. Zoals: "Ik weet niet hoe een mail te versturen, mijn verstand werkt zo niet." Of nog: "Mijn werknemers mogen fouten maken -het mag mij 100.000 euro kosten - maar ze moeten wel hun fouten toegeven. Doen ze dat niet: arrividerci'."

De West-Vlaamse succesondernemer deed zijn uitspraken in de krant Het Laatste Nieuws, en wel op de sportbladzijden aub. Als het over Antwerp gaat, toont hij zich bijzonder ambitieus. “Ik zou met Antwerp graag kampioen worden en tegen de beste ploegen van Europa spelen.”

Hij benadrukt ook dat de club geen enkele schuld heeft en dat alle rekeningen cash worden betaald. Volgens sportief directeur Luciano D’Onofrio zou Gheysens 35 miljoen hebben gepompt in de club. Maar Antwerp is volgens dezelfde bron al veel meer waard dan het geld dat er in werd geïnvesteerd. Gheysens zelf verklapt, wat het bestuur van de club betreft, nog dat zijn zoon Michael hem zal opvolgen als voorzitter van de voetbalclub. “Die beslissing is al genomen”, zegt hij. “Mijn opvolger zal een boeketje krijgen, geen miserie.”

Visie op de zakenwereld

Paul Gheysens laat zich in hetzelfde interview ook uit over de businesswereld waarin hij thuis is. Mailen is niet aan hem besteed, zo beweert hij. Zijn visie op medewerkers is uitgesproken. “Hoe meer je medewerkers betrekt om het geluk te delen, hoe meer mensen er zullen klaar staan om je te helpen als het eens niet niet gaat”, zegt hij. “Alleen in een boom zitten, wat brengt dat op?”

Hij zegt dat hij als ondernemer twee grote troeven heeft: zijn groot engagement -met tot 20 meetings per dag – en zijn perfectionisme. “Toch zit er weinig competitiegeest in mij”, zegt Gheysens. “Als ik weet dat ik zelf alles tot in de puntjes heb uitgewerkt, doet het me niets als tegenover mijn hof iemand anders een nog grotere en nog subliemere building komt zetten. Ik wil wel altijd voorbereid zijn. In de bouwsector weet je dat er om de zeven of acht jaar een laagconjunctuur optreedt. Als je dat negeert, doe je je werk niet goed.”