Ook indoorhockey wint alsmaar aan populariteit. Daar is ook een reden voor. Hockeyspelers starten de tweede seizoenshelft nu eenmaal in een betere conditie na 3 maanden van intens trainen en competitieritme. Blessureleed wordt hierdoor sterk verminderd.
Laurens Oversier, voorzitter van de KHCB, is dan ook blij met deze nieuwe stap als onderdeel van het masterplan 2024-2030: “Onze opzet was om iedereen te kunnen laten genieten van indoor hockey”, zegt hij. “Het succes is groter dan verwacht waarbij +/- 400 leden zich hebben ingeschreven. Dit betekent ook dat we nu op 100% capaciteit zitten voor onze trainingen. De meeste wedstrijden worden extern georganiseerd, slechts een handvol wedstrijden worden in de tent ingericht. Het is duidelijk dat we verder moeten uitbreiden volgend seizoen met een 2de indoortent. Op die manier kunnen we alle activiteiten, zowel trainingen als competitie, in eigen club inrichten.”
Een heus businessverhaal
Achter de nieuwe indoortent schuilt ook een heus ondernemersverhaal. “Het hebben van een eigen indoortent ( totale oppervlakte is 1 050 m2) is een zware investering maar genereert ook extra middelen”, aldus bestuurder Vanessa Flamez. “Die middelen worden dan ook integraal ingezet om de leden optimaal te servicen, de beleving errond op te krikken en de sponsors continuïteit te garanderen in visibiliteit gedurende de zogenaamde ‘dode periode’ (de winterstop). Bovendien vergroot het de onderlinge verbinding en betrokkenheid van al onze stakeholders. Onze business partners zien zichtbaar een positieve evolutie in zowel aantal nieuwe partners als in onze dynamiek. De gestage groei van onze business community is zichtbaar op de site, rond de velden maar evenzeer tijdens de business events merk je een groter aantal aanwezigen.”
Succes (in aantal leden, in aantal partners, in realisaties) boeken is geen toevalligheid en dat weten de bestuurders-ondernemers achter het verhaal maar al te goed. “Het is een samenloop en komt voor uit een gedegen voorbereiding, hard werken en het behouden van de focus om onze club in zijn totaliteit verder te professionaliseren”, aldus nog Vanessa Flamez. “Op zo’n kleine schaal, met zo’n klein team (bestuursploeg en vrijwilligers) moet je dit doen vanuit een uitgesproken hands on mentaliteit. Want, het moge duidelijk zijn: een sportclub runnen is als een bedrijf runnen.”