De provincie West-Vlaanderen heeft in een themanummer van “West-Vlaanderen werkt” het economische verhaal achter de grijze noordzeegarnaal bestudeerd: van de vangst over de aanlanding en de veiling, tot de verwerking, de handel en de consumptie.
België is met 54 procent de grootste verbruiker van de grijze noordzeegarnaal. Nederland en Duitsland volgen op afstand met 20 en 15 procent. Toch is het aandeel van de Belgische vissers in de Europese garnalenvangst gedaald van 1.500 ton garnalen per jaar in 1955 naar 500 ton garnalen per jaar in 2014. Dit komt neer op slechts 1 procent van het totale gevangen volume. Dat bedraagt ongeveer 35.000 ton per jaar. De Nederlandse vissers zorgen voor 45 procent, Duitsland voor 37 procent en Denemarken voor 10 procent van de noordzeegarnalenvangst.
De vismijn van Zeebrugge was jarenlang de grootste aanvoerhaven van verse garnalen, een positie die in 2006 werd overgenomen door Oostende. Sinds 2010 worden er in de vismijn van Zeebrugge geen garnalen meer aangevoerd en gezeefd. Ruim 80 procent van de Belgische aanvoer kwam in 2014 aan land via de Oostendse vismijn. “West-Vlaanderen Werkt” brengt ook de Belgische garnalenvissersvloot in kaart. Het gaat om 16 schepen die enkel in het najaar op garnalen vissen en 13 rederijen die alleen op garnalen vissen. Het gemiddelde bouwjaar van de 13 garnalenkotters is 1982, wat betekent dat de garnalenvloot gemiddeld 33 jaar oud is. Zeven van de 13 schepen hebben hun thuishaven in Oostende.
Voor de verwerking en verhandeling van de garnalen bedraagt het Belgische marktaandeel slechts 2 procent. Twee Nederlandse verwerkers beheersen 80 procent van de totale Europese garnalentrafiek en –handel, inclusief 4.000 pellers verspreid over een zevental Marokkaanse pelstations. Slechts drie binnenlandse bedrijven zijn zelf actief in het pellen van de grijze noordzeegarnaal. De garnaalkroket tot slot, met de grijze garnaal als belangrijkste ingrediënt, wordt voor 90 procent verorberd door de Belgische consument en voor 70 procent geproduceerd door inlandse, voornamelijk Vlaamse, bedrijven. Tien van de achttien Vlaamse fabrikanten zijn West-Vlaamse bedrijven. De provincie West-Vlaanderen ziet nog een toekomst in de export van de garnaalkroketten. (KC)