Apzi-Voka West-Vlaanderen stelt vast dat dit nog geen definitieve beslissing is en dat de lijdensweg nog een tijdje zal doorgaan. Het dossier van de nieuwe zeesluis sleept al 20 jaar aan. Het was de vorige Vlaamse regering onder minister-president Bourgeois die op 28 juni 2019 de laatste grote beslissing nam, namelijk het definitieve voorkeursbesluit over de nieuwe Visartsluis.
In de huidige legislatuur is er heel veel participatie, overleg en studiewerk gebeurd maar Apzi-Voka had gehoopt dat de huidige regering de volgende grote horde zou nemen, namelijk een definitief projectbesluit (dit is als het ware de bouwvergunning). Maar zover zijn we niet geraakt. Dit zal pas voor begin 2025 zijn.
Geen budget
Apzi-Voka West-Vlaanderen stelt verder vast dat ook het nodige budget nog niet voorzien werd. De kostprijs loopt ondertussen op tot bijna 3 miljard euro, waarmee dit het belangrijkste infrastructuurdossier voor de komende jaren in West-Vlaanderen is. Het nodige budget moet snel vastgelegd worden.
Marc Adriansens, voorzitter Apzi-Voka West-Vlaanderen, formuleert het zo: “We verwelkomen de beslissing van de Vlaamse regering, maar we hadden gehoopt dat we al verder zouden staan. Nu pas start het openbaar onderzoek, er moet een advies bij de Raad van State opgevraagd worden, er moet nog een omgevingsvergunning opgemaakt worden. Hadden we onderweg een goed half jaar gewonnen, dan was er nu een definitief projectbesluit. We zijn dus nog altijd niet aan het einde van de lijdensweg. We hopen op een snelle voortgang van dit dossier en blijven vragen dat de werken ten laatste in 2027 starten.”