Het zogenaamde “Fransmansmuseum” in Koekelare heeft een grondige facelift gekregen. Het opende de deuren in 1993 en was verouderd. Het museum brengt het verhaal van de Vlamingen (maar dan vooral West-Vlamingen) die destijds massaal in Noord-Frankrijk gingen werken. Nu doet zich eerder het omgekeerde voor: elke dag opnieuw komen duizenden Fransen in West-Vlaanderen hun brood verdienen.
Om het museum over de seizoensarbeid te vernieuwen, werd beroep gedaan op professionele ondersteuning, zowel voor de inrichting als voor de wetenschappelijke onderbouw. Koekelare rekende met een totaal geraamde kostprijs van 261.149 euro, waarvan de provincie de helft betaalde. Ongeveer 174.000 euro van de totale kostprijs ging naar de vernieuwing van de tentoonstelling. Er wordt in de nieuwe constellatie gebruik gemaakt van moderne applicaties, waaronder het inschakelen van audiogidsen. Er werd daarnaast een budget van 75.000 euro uitgetrokken om het museum optimaal toegankelijk te maken en voor enkele andere infrastructurele aanpassingen, zoals de vernieuwing van de belichting.
Het Fransmansmuseum is een eerbetoon aan de vele Vlaamse seizoenarbeiders die in de volksmond “de Fransmans” of ook wel eens “de Godverdommes” werden genoemd. Zij deden soms onmenselijk zwaar labeur in de landbouw of in de fabrieken zoals suikerfabrieken of steenbakkerijen. Hun tomeloze inzet en hun vakmanschap werd danig naar waarde geschat. In zekere zin hebben ze van het arme Vlaanderen een ietwat rijker Vlaanderen gemaakt. De West-Vlaamse seizoenarbeiders worden in het centrum van Koekelare ook geëerd met een monument. Ook de “shower”, vlak naast de E17 autosnelweg op de grens tussen Marke en Aalbeke, is een ode aan de seizoenarbeiders.