De voorgeschiedenis van de brouwerij Vanhonsebrouck gaat terug tot in 1865. Luc Vanhonsebrouck kreeg na de oorlog vrij snel de fakkel doorgespeeld. Toen grootvader Paul op vrij jonge leeftijd ziek werd, was het de beurt aan Luc om de leiding waar te nemen. Zoon Luc, één van de zeven kinderen, besloot al vroeg om voor brouwer te studeren en was in die zin voorbestemd. Hij leert de stiel aan in het Duitse Wuppertal. Na zijn studies en stage in de Wicküler-Kupperbrauerei is hij klaar om de leiding over te nemen.
De West-Vlaamse gueuzebrouwer
In de jaren vijftig al krijgt Luc het (geniale) idee om een tweede speciaalbier te creëren. Zijn oog valt op de gueuze, tot op dat moment een bierstijl die enkel in de Zennevallei werd gebrouwen. Luc koopt de lambiekwort bij Van Haelen Frères in Ukkel en pompt dit in de foeders waarin de Bacchus rijpt. In 1958 worden de St-Louis Gueuze en Kriek officieel gelanceerd.
De bieren van St-Louis zijn een schot in de roos en worden voortaan ook helemaal in West-Vlaanderen klaargestoomd. Vanhonsebrouck start met het aanbieden van gueuze op vat en wordt zo de tweede grootste gueuzeproducent van het land. Een serieuze doorn in het oog van concurrent Belle-Vue uit het Brusselse. Als marktleider moet Belle-Vue volgen. De concurrentiestrijd breekt helemaal los op het voetbalveld. Anderlecht speelt met Belle-Vue op de truitjes, aartsrivaal Club Brugge met St-Louis. De gueuzeoorlog duurt lang, maar doet de verkoop ook serieus stijgen. Luc Vanhonsebrouck haalt ook juridisch zijn slag thuis. “Er is geen reden waarom wij in west-Vlaanderen geen gueuze zouden kunnen brouwen”, luidde zijn betoog.
Ingelmunster als biergemeente
Als de speciaalbieren in het hele land aan een opmars beginnen, jaren tachtig, is Luc Vanhonsebrouck er opnieuw als de kippen bij met Brigand eerst en met de Kasteelbieren later. In januari besluit de gemeente om Ingelmunster officieel om te dopen tot Brigandgemeente. In maart vindt de eerste Brigandstoet plaats, een traditie die jaren stand zal houden. Dat de familie Vanhonsebrouck een hart voor Ingelmunster heeft, bewijst ook de aankoop van het kasteel van Ingelmunster. Zowel het kasteel als het park worden opengesteld voor het grote publiek waardoor de gemeente meteen een toeristische attractie rijker is.
Luc Vanhonsebrouck keek als eerste ook verder dan de eigen landsgrenzen en zette een geslaagde exportpolitiek op poten. De Ingelmunsterse peetvader van het brouwen, was in zijn gloriejaren ook een vrij kleurrijk en sociaal figuur, een volksmens die bij elke gelegenheid ook graag humor inzette als geheim wapen. De historische verhuis van Ingelmunster was niet zijn idee, maar dat van zoon Xavier die in maart 2016 de deuren opende van wat inmiddels genoegzaam bekend is als Het Bierkasteel.
Lessen van vader
In het boek ‘Gesprekken met 50 West-Vlaamse ondernemers‘ (editie IV, 2017, auteur Karel Cambien) keek Xavier Vanhonsebrouck terug op zijn relatie met zijn vader. “Ik heb inzake ondernemerschap veel van hem geleerd”, zei hij. “Zoals het belang van marketing, want het was vader Luc die besloot Club Brugge te sponsoren. Twee: je moet aan alles geld proberen te verdienen, gratis bestaat niet. Drie: mijn vader bracht me grote realiteitszin mee, altijd voetjes op de grond. En vier: je moet elke dag bezig zijn met je zaak, van ’s morgens vroeg tot s’ avonds laat.”
