Leopold Lippens gaf niet zoveel interviews weg in zijn carrière. Hij was burgemeester van zijn stad sinds 1979. Tien jaar terug deed hij in De Standaard een opvallend boekje open over economie en poltiek. Met overwegingen die tot op vandaag tot nadenken stemmen. Het herlezen meer dan waard. Hij wond er toen geen doekjes om. “De welvaartsstaat is voorbij”, zei hij. “We hebben een regering nodig zoals in Italië, zonder politici, maar mét technocraten, om zuivere beslissingen te nemen in het belang van het land. Ik heb geen begrip voor mensen die een kortetermijnbeleid voeren. Voor dat soort politici gaat het alleen maar over stemmen winnen of verliezen. Wat de mensen echt interesseert, is de werkgelegenheid, maar in de Wetstraat kennen ze niets van economie. Deze generatie politici is van vader op zoon de politiek ingesukkeld, voor 100.000 euro per jaar en een wagen met chauffeur. Staatsmannen als Leo Tindemans of Paul-Henri Spaak, die vind je niet meer. In een minuscuul koninkrijk meer dan vijfhonderd dagen onderhandelen? Ze vegen gewoon hun broek aan het land. De welvaartsstaat is voorbij. Mensen die dat niet begrijpen, hebben geen idee van wat er aan het gebeuren is. Ze willen stoppen met werken op hun zestigste, ze willen steun van het OCMW en ook nog eens vette pensioenen: dat kan gewoon niet meer. De mensen blijven vasthangen aan dromen. Ze denken dat de structuur die dertig, veertig jaar heeft bestaan, tot in de eeuwigheid kan voortleven.”
Een beetje solidariteit is toch zo slecht nog niet?
“Uiteraard zitten daar goede dingen tussen, maar er is een grens en die is nu bereikt. Het is niet meer betaalbaar. Het zijn toch niet de doppers die jobs creëren, of wel? Negentig procent van de aandacht gaat naar de vijf procent van de mensen die het moeilijk heeft. Zouden we ons niet beter bezighouden met de negentig procent die het níét moeilijk heeft?De overgrote meerderheid krijgt het moeilijk door de wetgeving voor die vijf procent. Je kunt vandaag zelfs geen mensen meer aanwerven. Als je iemand honderd euro betaalt, dan moet je tweehonderd euro op tafel leggen. En dan zegt men dat de Chinezen en de Indiërs ons aan het opvreten zijn. Is dat zo verwonderlijk? Daar betalen ze de lonen die wij in de jaren dertig betaalden. Vandaag willen alle Belgen een hoog loon voor weinig werk. En dan moeten we hier aan de kust vaststellen dat er niemand te vinden is om op zaterdag en zondag te werken.”
Zijn we lui geworden?
“Ik denk dat we het te gemakkelijk hebben, ja. Mensen beseffen niet meer dat we onze rijkdom alleen maar hebben door te werken – een goede job is een cadeau. Het probleem is niet dat de democratisering te ver is doorgeslagen, maar dat tienduizend mensen hetzelfde werk willen doen: c’est quand même absurde! Als iedereen vier jaar informatica studeert en dan naar dezelfde job vist, dan moeten we toch niet verwonderd zijn dat de werkloosheid omhoog gaat? En herverdelen achteraf heeft geen enkele zin: zo bescherm je mensen die niets willen doen en die nooit iets zullen doen. Ondertussen wordt Vlaanderen een lege doos. Noem me eens vijf grote Vlaamse bedrijven? Vroeger hadden we hier verschillende bedrijven van 15.000 of 20.000 mensen, maar die zijn allemaal verdwenen. Bekaert? Een paar honderd man werkt nog in België, maar in de rest van de wereld zijn het er een paar tienduizend. Als je in België tot drie keer de lonen moet betalen van het buitenland, dan gaan ondernemers natuurlijk elders.”
Wat is uw recept tegen de crisis?
“Ik ga me niet bezighouden met de nationale politiek, maar ik denk dat we naar een zeer gevaarlijke periode gaan. De politici moeten inzien dat de crisis wereldwijd is. Dat Spanje bijna 22 procent werklozen heeft. Het enige positieve nieuws komt uit Ierland, dat in nauwe schoentjes zat, maar met zeer drastische maatregelen uit het slop is geraakt. Vandaag (2011) is Ierland het enige land met een groei van bijna 2 procent. Dat is een bewijs dat het kan. Maar dan moet men wel moed hebben en de Vlaamse politici hebben die niet. Ze zijn allemaal bang van De Wever. Maar wat heeft De Wever ooit bewezen? Niets. We hebben een regering nodig zoals in Italië, zonder politici, maar mét technocraten, om zuivere beslissingen te nemen in het belang van het land,in plaats van in het belang van de politici. Het probleem hier is dat die beslissingen altijd bekrachtigd moeten worden door het parlement. Daarom heeft zo’n constructie in ons land bijna geen kans op slagen.”