De beroepsfederatie Fedagrim heeft een diepgaande bevraging gedaan bij landbouwers. West-Vlaanderen is zoals wel bekend dé landbouwprovincie bij uitstek. De resultaten zijn ontnuchterend en soms onthutsend. Veertig procent van de Belgische landbouwers verdient minder dan 1.000 euro per maand. Slechts 3 procent van de ondervraagden geeft aan dat hij/zij het beroep zou aanraden. Gemiddeld werken boeren meer dan 68 uur per week. 23 procent van hen geeft zelfs aan meer dan 80 uur aan de slag te zijn. Landbouwers kloppen niet alleen lange uren. Uit de enquête blijkt ook dat 1 op de 3 het afgelopen jaar geen enkele dag vakantie heeft genomen. Johan Colpaert, voorzitter van Fedagrim, noemt de verloning in de sector schrijnend én onrechtvaardig. Drie op de tien landbouwers zitten op een schaal tussen de 1.000 en 1.500 euro per maand. Slechts 15 procent verdient tussen 1.500 en 2.000 euro per maand. “Opmerkelijke cijfers voor mensen die voor een groot deel instaan voor de productie van onze dagdagelijkse voedingsproducten”, zo zegt Johan Colpaert. ”Bovendien vormt deze slechte sociale situatie een bedreiging voor het voortbestaan van een hele sector .“
Nochtans houdt de landbouwer van zijn beroep. Meer dan 9 op de 10 bevraagden geeft aan zijn werk als landbouwer graag te doen. 76 procent is er ook trots op. Toch hoopt minder dan de helft (47 procent) dat hun kinderen later ook landbouwer worden. De deelnemers aan de enquête zijn actief in alle sectoren uit de land- en tuinbouwsector. Opvallend is dat slechts 35 procent zich gewaardeerd voelt als landbouwer. Jonge landbouwers, jonger dan 34 jaar, voelen zich minder gewaardeerd dan oudere landbouwers. Volgens Johan Colpaert riskeert de landbouwsector nationaal erfgoed te worden dat verloren gaat. “De Belgische landbouw is vaak nog een familiezaak,” weet Colpaert. “Bij 7 op de 10 waren hun grootouders al actief in de sector. Bij 80 procent van de deelnemers zijn hun ouders ook landbouwers. Eigenlijk is dit ook deel van ons nationaal erfgoed en we zijn het aan het verliezen. Lage winsten en inkomsten, de hoge eisen van de overheid en lage marktprijzen voeren de top 3 aan waardoor het beroep niet aantrekkelijk is.” En of er nog een toekomst is? 6 op de 10 jonge (jonger dan 34 jaar) landbouwers ziet zijn bedrijf in de toekomst nog groeien. De resultaten tonen ook hier weer grote verschillen in functie van leeftijd. Nog geen 4 op 10 landbouwers tussen 35 en 55 jaar geven aan dat ze hun bedrijf zullen zien groeien. Landbouwers ouder dan 55 jaar zien de toekomst van hun bedrijf nog somberder in. Slechts 29,5 procent zegt dat zijn bedrijf zal groeien. Hoe dan ook, het gevaar bestaat dat ons land binnen nu en tien jaar niet langer zelfbedruipend zal zijn. Fedagrim is de Belgische federatie van toeleveranciers van machines, gebouwen en uitrustingen voor de landbouw, de tuinbouw, de veeteelt en de tuin in België. De vereniging groepeert zowel de fabrikanten, nationale invoerders en regionale invoerders van tractoren, landbouwmachines, en tuin-, park- en bosmateriaal als de stallenbouwers en stalinrichters in België. (KC)