Kmo’s in Vlaanderen moeten dringend meer investeren in hun digitale transformatie, willen ze de trein van Industrie 4.0 niet missen. Hun competitiviteit staat op het spel, stelt Dirk Torfs, algemeen directeur van onderzoekscentrum Flanders Make. Hij ziet zich gesterkt door de plannen van de Vlaamse regering.
Slechts ongeveer de helft van de Vlaamse kmo’s is op dit moment bezig met het uitwerken van een plan om zich aan te passen aan de globale industriële evoluties op het vlak van digitale technologie. Dat is veel te weinig. Snelle actie is nodig om nog op de kar te kunnen springen, want het is vijf voor twaalf voor de achterblijvers.
Er zijn tal van redenen waarom veel kmo’s terughoudend zijn om te investeren in digitale innovatie. Er is natuurlijk een financiële inspanning nodig, je moet opleidingen organiseren, je moet op de lange termijn denken en je hebt partners nodig om mee samen te werken.
Je kan weigerachtig staan tegenover verandering, maar de verandering van de wereld hou je niet tegen. Bedrijven die te lang wachten, zullen plots merken dat hun concurrenten hen aan alle kanten voorbijsteken, waardoor ze hun marktaandeel zullen kwijtspelen. Door hun lagere productiviteit en hogere productiekost zullen ze zich moeten schikken in een ondergeschikte rol. Hun imago zal eronder lijden, wat het steeds moeilijker zal maken om talent aan te trekken.
Tot zover het negatieve verhaal. Want het is wel degelijk mogelijk om op korte termijn veel terrein te winnen zonder dat je daar meteen gigantisch veel tijd en geld voor moet spenderen. Met gerichte en slimme maatregelen kun je geleidelijk aan je productiviteit laten stijgen en productiekosten naar beneden halen, nieuwe (internationale) markten ontwikkelen, talent aantrekken en nieuwe verdienmodellen met langetermijnvoordelen opstellen.
Maar alleen op een eilandje zal dat niet lukken, daarvoor gaat de industriële omwenteling te snel. Openheid en samenwerking in een innovatief ecosysteem zijn de sleutels tot succes. Het goede nieuws is: Vlaanderen beschikt over een heel aantal clusterorganisaties en kennisinstellingen die kmo’s op een laagdrempelige manier up-to-date kunnen brengen.
Bedrijven kunnen bijvoorbeeld met die hulp leren om efficiënt data te verzamelen en die om te zetten in actiegerichte data met concrete doeleinden zoals de omschakeling van periodiek naar preventief machineonderhoud. Hierbij wordt op basis van data, gegenereerd door sensoren in een machine, aangegeven wanneer de machine onderhoud vergt. Zo zal niet alleen de onderhoudskost van die machine dalen, maar gelijkaardige machines in de productielijn zullen ook van de data leren, waardoor je machinepark in zijn geheel minder onderhoud zal vragen.
Als je drie weken op voorhand weet dat een onderdeel van een machine (bv. een lager) zal falen, dan kan het onderhoud gepland worden tijdens een stilstand en verlies je geen productie. Of als je beseft dat de kwaliteit van een product daalt, dan kan je ingrijpen door bv. de machineparameters tijdig te wijzigen, zodat er geen defecte producten gemaakt worden. Investeringen in technologie en mensen zullen uiteraard nodig zijn voor dergelijke optimaliseringen, maar dat kan stap voor stap.
Wij, bij Flanders Make, ondersteunen kmo’s op verschillende manieren bij het maken van die noodzakelijke transitie: met inzichten uit onderzoek, innovatie op maat en ons aanbod van praktische testen op de werkvloer. Ook informeren wij bedrijven over de belangrijkste industriële trends en het opzetten van de voordeligste samenwerkingsverbanden met bedrijven, kennisinstellingen of universiteiten. De helft van de bedrijven in ons netwerk zijn kmo’s, dus we weten hoe we kunnen inspelen op hun specifieke noden.
Ook de Vlaamse regering profileert zich trouwens als een sterke partner voor kmo’s in dit transformatieproces. In haar regeerakkoord staat dat innovatie en digitale transformatie de speerpunten van het beleid zijn, met bijzondere aandacht voor het wegwerken van drempels voor kmo’s.
Op het jaarlijkse Symposium van Flanders Make, op dinsdag 26 november, zal minister-president Jan Jambon in primeur zijn visie op de Vlaamse maakindustrie toelichten. Ook zullen verschillende kmo’s er getuigen over de tastbare voordelen die hun overgang naar Industrie 4.0, met o.a. het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI), hen al heeft gebracht. Want innovatie is geen abstract concept, het is een verhaal van concrete opportuniteiten die daadwerkelijk winst opleveren – en zo continuïteit garanderen.
Flanders Make voert technologisch onderzoek met en voor Vlaamse bedrijven. Het onderzoekscentrum ontwikkelt toepassingen die de Vlaamse industrie helpt competitiever te worden dankzij product- en productie-innovatie. Flanders Make bestaat uit co-creatie centra in Lommel, Leuven en Kortrijk en labo’s bij de vijf Vlaamse universiteiten.