cappelle mooie foto

Kleinkunstzanger Wannes Cappelle zingt de lof van het ondernemerschap

WEVELGEM, ZWEVEGEM - Onder de heerlijk optimistische hoofding ('t Is nog al nie naar de wuppe, een verwijzing naar één van zijn bekende songs) zingt de uit Wevelgem afkomstige zanger Wannes Cappelle in Ondernemers (het ledenblad van Voka) de lof van het ondernemerschap. Een wereld ver van zijn bed, al blijkt in elke culturele artiest ook een grote portie ondernemingszin te zitten. Ook zo bij Wannes Cappelle: "Het is altijd mijn droom geweest om mijn eigen baas te zijn", aldus Cappelle.  

Wannes Cappelle runt naar eigen zeggen een eenmanszaak. Het doel van zijn vennootschap gaat verder dan enkel en alleen maar zingen en optredens. Cappelle is ook een begenadigd schrijver die vaak meewerkt aan tv-producties. Zo had hij als scenarioschrijver een grote hand in de zeer populaire reeks Bevergem.

Het ondernemen is hem niet van thuis uit meegegeven, zo verklapt Cappelle in het blad van Voka West-Vlaanderen. Vader was onderwijzer, moeder kinderverzorgster. “Ondernemen? Dat was ver van ons bed”, aldus Wannes Cappelle. “Alles is veranderd toen ik in Antwerpen bij wijze van bijverdienste aan de slag ging in een horecazaak, die door twee dames werd gerund. Daar zijn mijn ogen opengegaan. Plots zag ik hoe twee mensen helemaal voor hun droom gingen en alles in functie stond van de zaak, hun grote passie die hun leven van a tot z beheerste. Die bewondering is gebleven voor elkeen die onderneemt. Door die job, ben ik er ook achter gekomen dat ik in de toekomst ook vooral mijn eigen zaakje wilde runnen, en niet wilde werken voor een baas of een derde, noem het zoals je zelf wil.”

Loon naar werken?

Wie het over ondernemen heeft, moet het ook hebben over een wereld waar geld, veel geld omgaat. Hoe staat Cappelle tegenover dat fenomeen? “Ik wil niet vies zijn van geld”, zegt hij. “Finaal hebben we het allemaal nodig om te kunnen leven. Zelf heb ik in het begin van mijn carrière veel zwarte sneeuw gezien, nu verdien ik behoorlijk. Waar ik het soms wel moeilijk mee heb, is met de ongelijkheid als het gaat over verloning. Ik ken in de buurt waar ik nu woon (Zwevegem) iemand die elke dag ontiegelijk vroeg opstaat om te gaan werken en rijkelijk laat terug thuiskomt. Een arbeider die slag om slinger werkt, en ik kan u verzekeren dat hij het helemaal niet breed heeft. Die man krijgt geen loon of geen geld naar werken. Er gaapt maatschappelijk soms nog een te grote kloof tussen arbeid en kapitaal, en dat vind ik jammer. Loon naar werken is in dat opzicht eerder een puur theoretisch gegeven.”