Karel Vinck, zelf een Oost-Vlaming, zei nog altijd graag af te zakken naar West-Vlaanderen en wel om twee redenen. Eén: West-Vlamingen zijn doorgaans erg goede ondernemers. En twee: ze schenken in hun beleid meestal ook veel aandacht aan cash omdat het de mogelijkheid geeft van te groeien en risico’s te nemen.
“De laatste jaren hebben we veel crisissen doorgemaakt”, zei Vinck. “De financiële crisis van 2008, de covidcrisis, de klimaatcrisis, de oorlog in Oekraïne met al zijn gevolgen. Crisissen waarop wij – individuen, ondernemers en zelfs heel wat politici – geen vat hebben. De vraag is: zijn dat abnormale tijden geweest of is dat de toekomstige wereld waarin wij en onze kinderen en kleinkinderen zullen moeten leren leven? Naar mijn mening is het tweede scenario het juiste. De wereld rondom ons verandert aan een snelheid die we nooit eerder gekend hebben. De oorzaken zijn gekend: onbeperkte mogelijkheden geboden door technologie en communicatie, de geopolitieke spanningen die naar nieuwe evenwichten zoeken, het zwak aanpassingsvermogen van onze instellingen, de moeilijkheid om leiderschap te aanvaarden, de ultra-egoïstische individuele houding van het hic en nunc, de invloed van de media en vooral van de sociale media.”
Gigantische uitdagingen en oplossingen
“Onze bedrijven worden geconfronteerd met uitzonderlijke uitdagingen”, vervolgde Vinck nog. “Hij verwees daarbij onder meer naar zaken en factoren zoals:
-De energie bevoorrading aan een aanvaardbare kost. Behalve in de jaren zeventig, zijn we nooit zo bewust geweest van hoe belangrijk energie is
-De inflatie die de koopkracht opvreet en het concurrentieel potentieel aantast
-De inspanningen die nodig zijn om aan de gewenste grondstoffen te geraken
-Het ontbreken van voldoende personeel met, in vele gevallen, de gewenste kwalificatie en motivatie.
Karel Vinck ging vervolgens in op mogelijke oplossingen om die uitdagingen het hoofd te bieden, en dat alles op basis van eigen ervaringen. Hij zette een aantal pistes op een rijtje.
-De doorbraak strategie, zoals bij Umicore. De kortste weg benutten om op de kortste tijd deel uit te maken van de koplopers uit de sector. Dit vergt zeer ambitieuze doelstellingen (totale klantenoriëntering, 25 %productiviteit verhoging, 90% Qverbetering, duidelijke tijdslijn).
-Een grondig financieel beleid voeren met de 3 instrumenten (winst en verlies rekening, de balans en vooral het cash management).
-Een open en transparant HR-beleid. “In mijn tijd was dat eerder het betrekken bij de beslissingsvorming”, aldus Vinck. “Vandaag komt er echter dikwijls een andere component bij: het evenwicht tussen het professioneel en privaat leven. De juiste medewerkers vinden is een hele opgave.”
Wat met de overheid?
Vinck ging geen hete hangijzers uit de weg. Zoals wat met de overheid? “Overal hoort men kritiek over de manier waarop ons politiek systeem werkt”, aldus de gewezen topmanager. “Terecht. Het apparaat werkt slecht en beantwoordt niet aan de eisen van dynamische omgeving waarin de ondernemingen hun activiteiten op een concurrentiële wijze moeten kunnen ontplooien. Maar er is een weg om die situatie grondig aan te pakken, tenminste als de politiek zich niet laat verleiden door egocentrisch navelstaren. Die weg zal pijnlijk zijn, er zal drastisch moeten ingegrepen worden en er zal doortastend moeten beslist en geïmplementeerd worden. Er is geen alternatief.”
Vinck wees op een aantal basisassumpties, waarvan de belangrijkste zijn:
-De ultieme doelstelling is het welzijn en de welvaart van de burger verzekeren. Dat zal concreet moeten gemaakt worden.
-De oefening situeert zich zowel op Belgisch als op Europees niveau.
-De hervormingen zullen over een periode van 2023 tot 2030 uitgedokterd, beslist en geleidelijk doorgevoerd moeten worden.
“Dit programma zal niet in contradictie zijn met de visie van Voka, die de rol van brug tussen de overheid en het bedrijfsleven blijft vervullen”, vond Vinck nog. “Maar het zal wel drastischer en meer doortastend moeten zijn. En niemand mag gespaard blijven als het gaat om het bereiken van welzijn en welvaart. Zijn er middelen daarvoor? Er zijn voldoende internationale en Europese studies die aantonen dat België minimum 30 % inefficiënt is. Met een BNP van 450 miljard euro, is er meer dan 50% in de handen van overheid en publieke instellingen. Dat is meer dan 225 miljard euro. Laat ons veronderstellen dat we niet 30% verbeteringen brengen maar wel 20%, dan is dat een slordige 45 miljard. Wil dat zeggen dat we een sociaal bloedbad gaan organiseren? Absoluut niet. Ik zie eerder de mogelijkheid om 45 miljard niet meer te besteden aan lopende uitgaven maar wel aan investeringen in de brede zin van het woord, om zo de efficiëntie te verhogen. Het moet de ambitie zijn om de beste te zijn van de Europese klas. Tot hiertoe hebben we vooral schuld opgebouwd met een schuldgraad boven de 100%. Volgens de Maastrichtnormen mag dat niet meer zijn dan 60%.”
Yes, we can
Vinck eindigde zijn betoog met een niet mis te verstane boodschap, maar ook met een optimistische noot. “2024 staat voor de deur”, zei hij. “Het zal een van de belangrijkste verkiezingen zijn in de geschiedenis van ons land. Wie geloofwaardig wil overkomen, als politieker, moet de rol van de partijen in vraag kunnen stellen en een globale visie durven verkondigen. Er zullen ook beslissingen moeten genomen worden over een grondige hervorming van de overheidsstructuren van ons land. Zo niet dreigen we in het slechtste geval onder de voogdij van het Internationaal Monetair Fonds komen te staan. Er is een weg om eruit te geraken. Daarvan moeten we overtuigd zijn. We staan met onze rug tegen de muur en we kunnen alleen vooruit. Laat ons dat doen. Yes, we can.”