vanlerberghe jennie nieuwe oude foto

Jennie Vanlerberghe vreest voor het lot van de ondernemende vrouwen in Afghanistan

IEPER - Sinds 2001 trekt de Ieperse Jennie Vanlerberghe (75) zich met een bewonderenswaardig idealisme het lot en de ontvoogding aan van de meisjes en vrouwen in Afghanistan. Ze reisde gemiddeld ook vier maal per jaar naar Kaboel om er de zaken op het terrein vooruit te helpen namens Mothers for Peace, met focus op onderwijs, ondernemerschap en medische hulp. Vandaag vreest ze het ergste. In deze fase probeert Vanlerberghe humanitaire visa los te krijgen voor Afghanen in nood.

Ze hadden de voorbije twintig jaar íéts van vrijheden verworven, maar dat zien Afghaanse meisjes, vrouwen en minderheden nu waarschijnlijk allemaal teruggedraaid. Jennie Vanlerberghe (75) van Moeders voor Vrede ligt er wakker van. “In de hoofdstad liep al 40 procent van de vrouwen zonder boerka, ik hoop dat ze nu niet opnieuw de grond worden ingestampt”, zo vertelt ze in Het Nieuwsblad. “Al troost ik me met de gedachte dat wat we de vrouwen hebben bijgebracht, de taliban hen nooit meer kunnen afnemen.”

De taliban staan synoniem voor de strenge naleving van de sharia. Geen muziek. Geen cultuur die indruist tegen de islam. Geen link met het westen. “De vrouwelijke dokters en medewerkers van Moeders voor Vrede worden bedreigd en ze krijgen te horen dat ze vermoord zullen worden, gewoon omdat ze voor ons werken”, zegt de Ieperse barones Jennie Vanlerberghe. Ze is de voorzitter van Moeders voor Vrede, de organisatie die twee klinieken runt in de ruime omgeving van Kaboel en twaalf klasjes organiseert waar meisjes en vrouwen medische hulp krijgen, leren lezen, schrijven, rekenen en de Engels taal onder de knie te krijgen.

Terug naar af

Dat Vanlerberghe de laatste weken heel veel wakker ligt, komt vooral omdat ze piekert over het lot van haar vrouwelijke medewerkers en de Afghaanse vrouwen in het algemeen. Niet onterecht als je weet dat de taliban vrouwen en meisjes als minderwaardig behandelen. Terug naar af dus. “Bij mijn eerste bezoek aan Afghanistan in 2002 trof ik een land dat een grote ruïne was en waar vrouwen nog minder waren dan stof”, vertelt ze. “Ze werden uitgehuwelijkt. Ze mochten niet naar buiten, uitzonderlijk eens met een begeleidende man.”

De laatste jaren merkte Vanlerberghe echter een modernisering. In Kaboel liep volgens haar schatting al 40 procent van alle vrouwen zonder boerka rond. Honderdduizenden meisjes zijn intussen naar school gegaan en de vrouwenbeweging won er aan macht. Zelf ondervond Jennie Vanlerberghe steeds minder weerstand bij de mannen als ze ergens een nieuw project wilde opstarten. “Toen wij in 2010 een project wilden opstarten in Chakardarah zeiden ze dat daar geen sprake van kon zijn. We hebben onderhandeld, de mannen erbij betrokken en konden uiteindelijk toch een schooltje en een kliniek starten. Een jaar later legden de mannen van Chakardarah geld samen en gaven ons een mooi, nieuw gebouw. Maar nu stuikt het land in geen tijd als een kaartenhuisje in elkaar. Ik hoop gewoon dat vrouwen straks niet opnieuw de grond in worden gestampt. Het kan toch niet zijn dat wat we bereikt hebben allemaal voor niets is geweest.”

Beloftes verschillen met realiteit

“Een echt islamitisch systeem is het beste middel om alle problemen van de Afghanen op te lossen”, zei Mullah Abdul Ghani Baradar, het hoofd van het politieke bureau van de taliban, enkele weken geleden al. “We willen in het licht van de regels van de glorieuze religie van de islam en de nobele tradities van de Afghaanse samenleving tegemoetkomen aan alle rechten van de burgers van ons land, of ze nu man of vrouw zijn”, zei hij met zoveel woorden.

De realiteit blijkt anders. Zo stonden de taliban voor de deuren van universiteit van Herat en kondigden ze daar aan dat vanaf 14 uur zondag de shariawetgeving zou gelden, en dat vrouwen dus niet meer naar school zouden mogen gaan. In Kandahar werden vrouwen die in een bank aan de slag waren, door gewapende strijders naar huis gebracht. Daar kregen ze de opdracht om niet meer terug te keren naar hun job en dat mannelijke familieleden hun baan zouden overnemen. Buiten medische beroepen zullen er voor vrouwen onder het taliban-regime geen rollen weggelegd zijn.

En wie niet luisteren wil naar de taliban, moet voelen. Twintig jaar geleden waren geselingen, stenigingen en executies schering en inslag. Vrees is dat ook deze praktijken terugkeren als het land meer en meer geïsoleerd raakt van de buitenwereld. “Al troost ik me met de gedachte dat wat we de vrouwen hebben bijgebracht, de taliban hen nooit meer kunnen afnemen”, zegt Jennie Vanlerberghe, die haar levenswerk aan diggelen ziet vallen maar niettemin blijft hopen dat de totale onderdrukking er nooit meer komt.