Jelle Vandecasteele (op de foto rechts boven) speelde 34 jaar basket en dat heeft hem ook als ondernemer veel bijgebracht. “Je kan veel meer bereiken als je samenwerkt”, zegt hij. De gekende en legendarische NBA-coach Phil Jackson zei: ‘The strength of the team is each individual member. The strength of each member is the team.’ Het gaat er dus over dat je ook anderen laat scoren. Dat hou ik steeds voor ogen bij de groei van COBRAS.”
Zijn vader was smid en had een ambachtelijke smederij. De jonge Jelle was er vaak te vinden en keerde meer dan eens pikzwart uit de smidse terug. “Al 13-jarige wist ik al dat ik later ook zelfstandige wilde worden, maar dan in een heel andere branche: architectuur”, vertelt hij in het ledenblad van Unizo. “Ik kreeg daarvoor de genen mee van mijn creatieve moeder en handige vader. Na mijn middelbare opleiding mechanica volgde ik dus niet de voetsporen van mijn vader, maar ging interieurarchitectuur in Gent studeren.”
Vervellen tot ondernemer
Na die studies werkte Jelle als freelancer voor verschillende ontwerpbureaus. “Maar tegelijkertijd deed ik ook al kleine projecten voor eigen klanten, vaak familie of vrienden”, zegt hij in hetzelfde blad. “Ik ben dus redelijk traditioneel begonnen als een typische huis-tuin-en-keukeninterieurarchitect. Alles veranderde toen ik 6 jaar geleden een oude textielfabriek in Heule te koop zag staan. Na een kort bezoek besliste ik in een opwelling om de fabriek te kopen, om er te wonen en te werken. Pas nadien kwam het besef dat de verbouwing van zo’n oud pand niet evident zou worden.”
Daarom liet hij zich begeleiden op vlak van visie, strategie en communicatie. “Op strategisch niveau werd ik een spiegel voorgehouden”, gaat hij verder. “Daardoor leerde ik op een andere manier redeneren. Pas dan ben ik van zelfstandige ook écht ondernemer geworden. Dat gebouw in Heule was geen doel op zich, maar werd een middel om andere doelen te bereiken. Na die strategische oefening besefte ik dat ik wou deel uitmaken van een team. Niet op een klassieke manier – ik bovenaan de piramide – maar in een horizontale structuur. En dus ben ik 4 jaar geleden begonnen met COBRAS. Die naam is trouwens heel bewust gekozen. De slang die zijn vel afgooit en zo steeds voor vernieuwing gaat, staat symbool voor het circulaire.”
Start met de vraag waarom
In een korte periode is COBRAS al stevig gegroeid. Vier jaar na de start bestaat het team uit 8 mensen, uitgebreid met nog eens 4 freelancers en 1 stagiaire. “Veel van onze projecten zijn via mond-aan-mond reclame binnen gekomen”, vertelt Vandecasteele aan Unizo. “Om verder te blijven groeien gaan we in de toekomst ook een business developper aanwerven. Dat is redelijk atypisch, maar ook logisch. In de toekomst willen we meer werken voor de professionele markt. Eigenaars van oude gebouwen en erfgoedpanden weten vaak niet wat ze er mee moeten aanvangen. Wij leggen dan het potentieel van zo’n gebouw bloot, in eerste instantie niet op vlak van esthetiek maar vooral functioneel. Maar we richten ons ook op de futureproof workspaces, toekomstgerichte werkplekken. Gebouwen moeten meegroeien met het bedrijf, op een maatschappelijk verantwoorde manier. Ook employer branding en employer happiness worden daarbij steeds belangrijker. Pas nadien kijken we ook naar de esthetische invulling. Het ‘waarom’ van een gebouw is dus belangrijker dan het ‘hoe’. Om het met een boutade te zeggen: We wonen en werken in onze gebouwen en niet aan de overkant van de straat om ernaar te kijken.”
Van binnen naar buiten
Het is een visie die weleens botst met die van architecten, zegt Vandecasteele. “Als interieurarchitect zit ik steeds vaker mee aan de tafel van masterplannen, en dat is niet evident. Wij werken van binnen naar buiten, terwijl de traditionele kijk van architecten van buiten naar binnen is. En dat verschil in visie botst dus wel eens. Maar als ik dan de Vlaamse Bouwmeester bezig hoor, zitten we wél op dezelfde golflengte. En dus ga ik op zoek naar gelijkgestemden, om samen aan de kar te trekken en af en toe eens tegen de schenen te schoppen. Door dat gebouw in Heule te kopen, is mijn denken over duurzaamheid in een stroomversnelling gekomen. Ik vind dat we meer multidisciplinair moeten werken om goede en toekomstgerichte oplossingen te bedenken voor de uitdagingen waar we voor staan. Ik ben misschien niet de typische groene jongen, maar ik ben er wel van overtuigd dat we op een andere manier met ruimte en mobiliteit moeten omgaan. Reconversie van oude gebouwen past dus perfect binnen dat circulaire verhaal. Veel van die gebouwen staan te verkommeren, omdat niemand weet wat er mee kan én mag gebeuren. Daar willen wij met COBRAS op inzetten.”
Inzetten op duurzaamheid
Duurzaamheid is een begrip dat ook vaak misbruikt wordt. “Als je een boom niet omzaagt ben je zogezegd ook al duurzaam bezig”, aldus steeds Jelle Vandecasteele. “Wat er ook moeilijk is: in de bouwsector gaat het over materie en materie is tastbaar. Maar een visie over duurzaamheid is dat niet en dan zeggen ze nogal eens snel: hij is daar weer met zijn ‘vertellinkske’. En dan vind ik het super tof dat Howest mij heeft gevraagd om hun nieuwe opleiding ‘Built Environment’ mee invulling te geven.”
Circulariteit begint bij het gebouw zelf, vindt Vandecasteele. “Je hebt natuurlijk een wettelijk en stedenbouwkundig kader dat bepalend is voor wat kan en wat niet”, zegt hij. “Door een gebouw een andere bestemming te geven en niet af te breken, geef je een duidelijk signaal. We hergebruiken ook veel bestaande materialen, soms zelfs uit andere projecten. Maar ook een nieuwbouwproject kan perfect circulair zijn. Maak dan gewoon de juiste keuzes op vlak van indeling, inrichting en materialen zodat het futureproof is. Wat we vandaag bouwen, moet binnen 20 jaar een totaal andere invulling kunnen krijgen. Eén van de pioniers daarin is de Duitse architect Thomas Rau. Zijn ideeën over remontabel bouwen sluiten aan bij mijn visie op duurzaamheid. Een gebouw moet mee kunnen groeien of krimpen naargelang de behoefte van de gebruiker. In Nederland staan ze daarin een stuk verder dan in het conservatieve Vlaanderen.”
De andere ambassadeur
Toen hij de vraag van Unizo kreeg om ambassadeur van het ondernemerschap te worden, aarzelde hij niet. “Ik vind het een hele eer en een bevestiging dat we op de juiste weg zitten. Door wat ‘lawaai’ te maken help ik om het draagvlak voor circulariteit te vergroten. Want we denken nog steeds te veel in hokjes. En die hokjes wil ik doorbreken. Ik babbel graag, maar kan ook goed luisteren. En dat zonder de andere te proberen overtuigen van mijn mening. Ik kan het me ondertussen permitteren om wat ‘averechts’ te doen, maar ik sta wel 100% achter de dingen die ik vertel. Ik geloof in mijn verhaal.”