Nagels met koppen werden er geslagen op de persconferentie van de Haven van Oostende. Het havenbestuur toverde expert par excellence Eric Van Hooydonk uit de hoed, specialist in zee- en havenrecht aan de Universiteit van Gent. Zijn analyse was na diepgaand onderzoek van het dossier van de Franse windmolens voor de kust van Duinkerke, gelijktijdig glashelder en vernietigend.
Van Hooydonk wikte zijn woorden niet, waarbij hij de Franse overheid beschuldigde van kwade trouw, oneerlijke concurrentie, gebrek aan respect (geen antwoorden op gestelde vragen), liegen en bedriegen, slecht nabuurschap, de strategie van de fait accompli of de quantité négligable en het naast zich neerleggen van algemeen aanvaarde milieurichtlijnen en inbreuken op zowel de eigen Franse wetgeving als op het algemeen en de door alle staten aanvaarde principes van het internationaal maritiem recht (zowel binnen de EU als in het kader van de VN). Sinds begin 2018 voert Haven Oostende actie tegen de voorgenomen bouw van een windturbinepark ter hoogte van Duinkerke. De zone waar Frankrijk dit windturbinepark wenst in te plannen overlapt immers met de sinds lang gebruikte westelijke aanlooproute naar de haven van Oostende.
Rapport van meer dan 200 bladzijden
Een hele mond vol dus met overal goed onderbouwde argumenten. Het Elyseé, de Franse regering en de Franse bedrijven die het windmolenpark willen bouwen kregen de voorbije dagen een bundel van ruim 200 bladzijden in de bus. Net zoals de Belgische en Vlaamse regering. Getekend door de Haven van Oostende.
“Het windmolenpark bij Duinkerke is kennelijk in strijd met het internationaal en Europees recht”, zei professor Eric Van Hooydonk. “Kuststaten mogen geen infrastructuur bouwen in internationale vaarroutes of aanlooproutes van havens. Het is onbegrijpelijk dat Frankrijk tegen beter weten in (en zelfs tegen zijn eigen wetgeving in) verdergaat met dit project en de al vele jaren door België, Vlaanderen en Haven Oostende geuite bezwaren blijft negeren. Weet u wat het strafste is? In 2014 heeft de Franse energiemaatschappij EdF zelf gezegd en geschreven dat een windmolenpark bouwen pal op de Dyckroute niet kon. Maar daar wordt nu in ale talen over gezwegen.”
Cruciale autostrade op zee
Het dossier heeft veel facetten. Veel draait om de schending van de historische maritieme route de zogenaamde Dyckroute die het scheepsverkeer van en naar Oostende regelt. Deze westelijke aanlooproute loopt doorheen de Vlaamse (zee)banken en verbindt de haven van Oostende met Dover, Ramsgate, het Kanaal en de Atlantische Oceaan. Deze westelijke aanlooproute dreigt nu verloren te gaan omdat de Fransen het bestaan om uitgerekend op die ‘zee autostrade’ hun windmolenpark neer te poten. Deze vaargeulen kunnen volgens het internationaal maritiem recht niet door andere routes worden vervangen en blijven dus vitaal met het oog op het heropstarten van een vaartverbinding tussen Oostende en Zuid-Engeland. Bovendien wordt de route intensief gebruikt door onder meer vissersvaartuigen die varen tussen de Oostendse haven en de westelijke visgronden.
De onzekerheid die door Frankrijk gecreëerd wordt inzake het voortbestaan van de Dyckroute hangt als een schaduw boven nieuwe opportuniteiten. De Franse havens profiteren van deze marktverstoring. Professor Van Hooydok noemde dat de reinste concurrentievervalsing, want ze belemmert de verdere uitbouw van de haven van Oostende en bevoordeelt alleen maar de Franse havens.
Genoeg is genoeg
Voor Haven Oostende is het parool duidelijk: genoeg is genoeg in dit dossier. Boosheid haalt de bovenhand omdat de Fransen zich kennelijk geen moer aantrekken van wat dan ook. Dirk Declerck, CEO en gedelegeerd bestuurder van de Haven Oostende, formuleerde het zo: “Internationaal recht is er om nageleefd te worden, zo niet is het hek van de dam.”
“Het is nu wel duidelijk dat de diplomatieke weg, die de federale overheid sinds 2016 bewandelt, tot op heden geen resultaten afgeworpen heeft”, luidt de boodschap. “Frankrijk en het door haar aangeduide consortium rond Electricité de France (EdF) blijven immers volharden. Haven Oostende verzet zich niet tegen de bouw van het windturbinepark voor de kust van Frankrijk, maar wel tegen de locatie. Het eenvoudig noordelijk opschuiven van deze locatie, die weliswaar een meerkost met zich meebrengt, zou nochtans een oplossing kunnen bieden. De federale overheid moet nu maar eens uit zijn kot komen. Een procedure van internationale arbitrage dringt zich dringend op. We hebben slaande juridische en andere argumenten die de Fransen niet hebben.”
28.000 bezwaarschriften
Voor Haven Oostende beperkt de strijd tegen de komst van de windturbines voor de kust van Duinkerke zich niet tot de strijd tegen de visuele pollutie voor de kust van Vlaanderen, die als onaangenaam wordt beschouwd en tegen de aanslag op de ecologische aspecten. Het is ook aanval op de fundamentele belangen van België en van Vlaanderen en fnuikt het internationaal recht op onschuldige doorvaart.
Het openbaar onderzoek, waarbij de verschillende partijen (in Frankrijk maar ook aan Belgische zijde) hun bezwaren kunnen indienen, is nog steeds aan de gang en loopt nog tot eind deze week (1 juni 2024). Aan Franse kant werden ook al 28.000 bezwaarschriften tegen de komst van het windmolenpark, met molens zo groot als Eifeltorens, ingediend.
Affaire à suivre.