De discussie gaat over een dividend van 430 miljoen euro dat Ghelamco eind 2016 ontving van zijn Cypriotische dochter Granbero Holdings. Die laatste vennootschap vormt een spilholding die een 75-tal dochterondernemingen overkoepelt, samen goed voor 64 procent van de vastgoedportefeuille van Ghelamco. De belastinginspectie had een fiscale claim van 153 miljoen euro afgevuurd op Ghelamco. Volgens de fiscus had het bedrijf onterecht de aftrek voor ‘definitief belaste inkomsten’ toegepast op het bedrag van 430 miljoen euro.
Ghelamco ging echter met de fiscus rond de tafel zitten. Volgens bepaalde media zou dat geleid hebben naar een akkoord tussen de twee partijen. Van de oorspronkelijke claim van 153 miljoen euro zou in het met de fiscus gesloten akkoord nog 9,2 miljoen overblijven, te vermeerderen met nalatigheidsintresten, alles bijeen dus zo’n 10 miljoen.
Dossier Elzenwalle
In een andere zaak rond de vennootschap Elzenwalle (zo genoemd naar het kasteelhuis van Paul Gheysens in de buurt van Kemmel) vordert de BBI nog eens 11,2 miljoen euro en kreeg de fiscus al gelijk van de rechtbank van eerste aanleg. Elzenwalle zou onterecht 33 miljoen euro geboekt hebben als een meerwaarde op aandelen die vrijgesteld is van belastingen. Het gaat volgens de rechtbank om een ‘abnormaal en goedgunstig voordeel’ waarop de vennootschap wél belastingen had moeten betalen volgens het normale tarief.
Elzenwalle schoof eind 2016 een belang van 60 procent in een Poolse vennootschap, die Ghelamco zou gebruiken om een 202 meter hoge wolkenkrabber in Warschau te bouwen, door naar Granbero Holdings. In ruil voor de ingebrachte aandelen kreeg Elzenwalle een belang in de Cypriotische dochter, dat meteen werd doorverkocht aan Ghelamco Group. Zo belandde 33 miljoen euro bij Elzenwalle.