baert frederik 2

Futurn kijkt in de glazen bol van het bedrijfsvastgoed

KORTRIJK – Elke bedrijfsleider wordt dezer dagen geconfronteerd met de vraag welke impact de pandemie zal hebben op zijn of haar business. Dat is in het bedrijfsvastgoed niet anders. Het is echter de vraag van één miljoen, waar meer dan 1 glazen bol voor nodig is om nu een helder antwoord op te geven. Niettemin durft de Kortrijkse projectontwikkelaar Futurn het aan om een realistisch-positieve toekomstvisie op papier te zetten. Futurn profileert zich vooral en met veel verdienste als een specialist in het opnieuw tot leven wekken van oude of verouderde sites.

Futurn is ontwikkelaar van bedrijfsvastgoed en focust zich op herontwikkeling van bestaande sites. Zo werkt het bedrijf aan de vergroening van (bedrijfsmatig) vastgoed en behoudt het open ruimte. “Wij bouwen bedrijvenparken met KMO units en build-to-suits voor industriële en ambachtelijke bedrijven”, zegt Frederik Baert. “De drivers van ons businessmodel zijn divers: een goed draaiende economie met bedrijven die verouderde sites verlaten, bedrijven die graag investeren in nieuw en performant bedrijfsvastgoed, een flinke scheut bancaire olie en last but not least de overheid.”

Inzake aanbod van verouderde sites ziet het er, gezien de crisis, niet eens zo slechts uit. “De economie heeft altijd een zekere mate van vervelling nodig”, zegt Frederik Baert. “Zwakkere bedrijven zullen het nu wel sneller moeilijk krijgen, waardoor meer sites op de markt gaan komen. Een groter aanbod impliceert doorgaans een daling van de prijzen of sites die langer te koop gaan staan, maar deze logica durven wij in de huidige context betwijfelen. De appetijt van ontwikkelaars om deze sites op te kopen en te herontwikkelen, was net voor de corona epidemie bijzonder groot en zelfs als deze wat afzwakt, verwachten wij dat er altijd spelers zullen zijn die een positie durven innemen anticiperend op een heropleving van de economie. De onzekerheid over de heropleving van de economie verhoogt wel het risicoprofiel van dergelijke investeringen waardoor een prijsstijging van dergelijke sites, niet in de lijn der verwachting ligt.”

De psychologie van de ondernemer

Dan rijst de vraag: zullen de bedrijven wel investeren in grotere, duurzamere en moderne bedrijfsgebouwen? “Sommige bedrijven zullen financiële reserves kwijt zijn of geconfronteerd worden met een traag herpakkende vraag”, denkt Baert. “Ons inziens zullen 2 factoren bepalen of een bedrijf snel omschakelt: enerzijds de harde economische realiteit en anderzijds de psychologie van de bedrijfsleider. Businessplannen moeten herbekeken worden in het licht van een mogelijks nieuwe realiteit of met een andere startsituatie als voor de coronacrisis. Even belangrijk lijkt ons echter de psychologie van de ondernemer en het ondernemersvertrouwen. De goesting om terug aan de slag te gaan is alvast massaal aanwezig zowel bij bedrijfsleiders als bij medewerkers en “ons kot” hebben we zo langzaamaan wel gezien. Maar starten we terug op met de handrem binnen bereik of durven we opnieuw te vertrouwen dat we deze externe crisis de baas kunnen, mits bijsturingen over leven en werken? We verwachten een mix van vertraging en acceleratie, maar denken ook dat er meer zal overgeschakeld worden op een huurmarkt.”

De zegen van de banken en de overheid

Vandaag wordt er terug nauwlettend in het oog gehouden of en hoe banken hun kredietpolitiek zullen handhaven. “Wij hebben er vertrouwen in dat het externe karakter van deze crisis in combinatie met een selectieve maar daadkrachtige ondersteuning van de overheid een zeer degelijke basis biedt om snel terug naar de orde van de dag te gaan”, denkt Baert. Misschien zullen de financieringspercentages wat zakken en verhogen de bancaire marges een beetje maar mede dankzij de zeer lage basisrente gaan we ervan uit dat de motor blijft draaien. Niemand heeft er immers belang bij dat deze motor stilvalt. Dat lijkt ons een mooie gemeenschappelijke doelstelling én verantwoordelijkheid.”

Blijft dan: de rol van de overheid. Zegt Frederik Baert: “Natuurlijk heeft de toegebrachte economische schade haar kostenplaatje en die factuur zal door iemand moet betaald worden. De overheid zal haar staatsschuld verder zien doorstijgen en er zal een gezond evenwicht moeten gezocht worden tussen lage intresten, een portie inflatie en een hernieuwde fiscaliteit die ondernemen niet verstikt maar wel bevordert.”