De West-Vlaamse familie Verbist deed 38 jaar lang zaken met Colruyt. Nooit kwam er in al die tijd een recall in de winkels, nooit kwam er in al die tijd een melding binnen bij het meldpunt FAVV over consumenten die ziek zijn geweest van het eten van rundvlees van de groep. “Wij waren de grondleggers bij de groep Colruyt voor biorunderen”, aldus de familie Verbist. “Wij waren ook de grondleggers van de korte keten voor Colruyt Ardenbeef. Colruyt en ook Delhaize hadden een volledige inzage in de inkoop prijzen en de productie kosten. De aankopers van Colruyt kochten hun vlees in de koelcellen van al onze slachterijen. Nooit is er een probleem geweest, alles was DNA conform goedgekeurd. Colruyt stuurde zijn inkopers wekelijks om alles te controleren , externe audit kantoor Vincotte alles conform. Zij hadden vrije toegang tot alle slachthuizen (4) van onze groep 24 uur op 24, 7 dagen op zeven.”
Georchestreerde actie
Toch verbrak Colruyt in de lente van 2018 van de ene dag op de andere plots alle handelsrelaties toen in de media bezwarende berichten verschenen over vlees dat zogenaamd niet conform was. Achteraf bleek dat niet te kloppen. Maar met een vanuit de Waalse politiek georchestreerde actie –zo beweert de familie met harde bewijzen in de hand – volgde een failliet van het slachthuis in Bastogne. Het slachthuis in het Oost-Vlaamse (Adriaens, Zottegem), het modernste van België dixit de familie, kon door de geplaagde familie Verbist van de ondergang gered worden, maar de activiteiten in Izegem werden stil gelegd.
Troost voor onrecht
Eerder al werd de familie niet veroordeeld voor dierenmishandeling. Het vonnis van de rechtbank van Brussel komt ook als een troost en vorm van eerherstel voor de familie Verbist. De Colruyt groep wordt veroordeeld wegens niet betalen van facturen die ze verschuldigd was, alsook tot een schadevergoeding wegens het onrechtmatig verbreken van het contract met de West-Vlaamse ondernemersfamilie. (KC)