WIELSBEKE – De familie De Clerck gaat over tot een megaschikking met de fiscus. Dat meldt De Standaard donderdag in zijn editie. De Belgische staat zou volgens die bron nog nooit zo’n groot bedrag ontvangen hebben vanwege enkele telgen van Beaulieu-stichter Roger De Clerck: zo’n 70 miljoen euro.
De tapijtgroep Beaulieu International, opgericht door wijlen Roger De Clerck, werd er al sinds 1990 van verdacht een zwartgeldcircuit te hebben, afkomstig van de verkoop van tapijt. Het leidde tot een decennialange slag met het gerecht. Dat dit dertig jaar lang aansleept zegt vooral veel over Justitie en de wijze waarop ze rechtsonzekerheid creëert in plaats van vermijdt. In 2015 overleed Roger De Clerck op zijn 91ste. Een jaar later schikte Beaulieu na een kwarteeuw onderzoek met de fiscus. Maar een nieuw dossier dook op. De familie zou ook ‘zwarte aandelen’ onder elkaar verdeeld hebben, zo werd gesuggereerd maar ook nooit formeel bewezen. Om te ontsnappen aan een rechtszaak, koopt de familie dat dossier nu af. Het sluitstuk van 30 jaar onderzoek naar Beaulieu, zo concludeert De Standaard.
Akkoord ondertekend
Er is, steeds volgens dezelfde krant, de voorbije twee jaar hard gewerkt aan de regeling. Het bedrijf zelf, Beaulieu, schikte al in 2016, maar daarna dook er binnen de familie een nieuwe grote betwisting op rond de verdeling van een aandelenpakket. Enkele familieleden hadden die aandelen, ondertussen 55 procent van Beaulieu International Group (BIG), onder elkaar verdeeld, maar waren daarbij de oudste (Jan) en jongste (Dominiek) zoon van stichter Roger De Clerck ‘vergeten’. De twee tipten het gerecht, dat een onderzoek startte en stelden zich burgerlijke partij.
Het is dat onderzoek dat nu in een schikking is uitgemond, waardoor de betrokken familieleden ontsnappen aan een celstraf en een verbeurdverklaring van hun aandelen. Het akkoord dat de familie afgelopen maandag ondertekende, zal naar verwachting ergens in oktober aan het gerecht voorgelegd worden ter homologatie, zo meldt De Standaard. Dat moet beletten dat het rechtstreeks voor het hof van beroep tot een rechtszaak komt.
