-Hoe kwam je in Polen terecht?
-Bill Bellens: Ik werkte voor een West-Vlaamse groep, met name groep Van Biervliet. Destijds eiste het bedrijf dat ik in Polen diende te wonen om een goede opvolging te kunnen doen van de vastgoedprojecten en -belangen ter plaatse. Een goede en ook logische zaak trouwens, want vanuit België projecten begeleiden in het verre Polen is een onbegonnen werk. Toen die eis werd gesteld heb ik eerst geaarzeld omdat ik dacht dat Polen een koud land was, zowel klimatologisch als politiek-maatschappelijk gezien het oude communistisch systeem. Maar achteraf bekeken bleek dat toch een foute inschatting.
-Hoe zou je vandaag de Poolse ondernemingsmentaliteit omschrijven?
-De Pool is in doorsnee geen echte ondernemer, maar eerder een uitzwerver, omdat hij in het buitenland beter en meer geld kunnen verdienen. Dit is nu echter aan het veranderen, omdat de Polen die in het buitenland werkten met hun opgespaard geld nu meer en meer een eigen activiteit opstarten in hun land, meestal in de bouwsector. Het dient ook gezegd dat de Pool een zeer harde werker is en steeds oplossingen vindt wanneer er zich problemen stellen.
-Kan je de Poolse bouwmarkt, de manier van bouwen en de aanpak op de werven vergelijken met de Belgische?
-Er is nog steeds een groot verschil met de Belgische bouwsector. Efficiëntie en organisatie van bouwprojecten vergen een leerproces waar Polen nog steeds een achterstand in hebben. Te veel onsamenhangende initiatieven in het organiseren van het geheel brengen met zich mee dat er tijd verloren gaat. Dat vertaalt zich in laattijdige leveringen van ontbrekende materialen en dus ook oplopende wachttijden. Die analyse geldt niet voor de echt grote werven want die wel degelijk goed voorbereid en kunnen de vergelijking doorstaan met de Belgische bouwsector. Maar op kleinere werven helt de balans vaak door naar een catastrofe.
-Is Polen het ‘beloofde land’ voor projectontwikkelaars van bij ons?
-Dat geloof ik wel, want de knowhow die onze project ontwikkelaars hebben opgedaan door de vele jaren ervaring, geeft ze een voorsprong en competitief voordeel op de Poolse markt. Dat geldt voor de organisatie, de goede planmethodes en de opgedane expertise over eventuele verborgen gebreken of over budgetbeheer.
-U bent ook actief in detachering van Poolse arbeiders naar bedrijven van bij ons. Wat heeft uw opgebouwde ervaring u terzake geleerd?
-Voor detachering bestaan er vele regels en wetgevingen die absoluut moeten gerespecteerd worden, dus is het noodzaak voor een bedrijf dat hiermee aan de slag wil gaan, zich eerst goed verdiept in de wetgevingen terzake. Mensen detacheren gebeurt volgens strikte regels die noodzakelijk zijn voor de bescherming van deze gedetacheerde werkers. Maar het werkt.
-Hoe zwaar weegt de oorlog op de Poolse economie en politiek?
-Dit is een dagelijkse beslommering. De Pool is echt bang voor een Russische inval, dit leeft zeker permanent bij de oudere bevolking. De aanvallen op Oekraïne vormen een echte nachtmerrie voor de bevolking. Het zal nog een tweetal generaties vergen om die Russische vloek weg te krijgen. Ik stel vast dat de ouderen toch een voorraad levensnoodzakelijke zaken opslaan, zoals suiker, bloem en conserven. De ouderen staan ook argwanend tegenover de zogenaamde hulp van Europa. Het oude spook van Rusland blijft zeer aanwezig bij die bevolkingsgroep. De jongeren geloven dan weer wel in de steun van Europa. Ze ervaren dat Europa wel degelijk achter Polen staat, zowel economisch als militair.
(KC)
