“De voorbije maanden waren heftig, ik was graag 80 geworden, maar mijn levenscellen hebben er anders over beslist”, zo schrijft ze nog in een laatste memo vlak voor haar overlijden vrijdag laatst in Gent.
Moniek Bucqoye was een bekende én een grote naam in de Belgische designwereld. Zij was jarenlang consultant voor de designbeurs Interieur Kortrijk, alsook een actieve raadgever van het Designmusem van Gent. Als auteur heeft ze 24 boeken over architectuur en design geschreven. Als auteur ontelbare en diepgaande bijdragen over de designwereld. Bekende boeken van haar zijn onder meer ‘Forms with A Smile’ en de monografie ‘Vittorio Simoni’. Ze stond alom bekend en werd ook gerespecteerd voor haar zeer uitgesproken meningen die ook altijd erg onderbouwd waren. Ze was ofwel voor iets of iemand, ofwel ertegen, aldus Wikipedia. Zij documenteerde zich alvast bijzonder goed over alle nieuwe ontwikkelingen in design, en was houdster van een bijzonder omvangrijke bibliotheek in verband met dit thema. Moniek Bucquoye was ook jarenlang auteur en voorzitter van de Commissie voor Architectuur en Vormgeving Vlaanderen.be.
Passie, passie, passie
Een eindeloze passie voor haar vak en niet aflatende gedrevenheid . Dat waren zaken die Moniek Bucquoye helemaal typeerden. “There’s no passion without satisfaction.” Het was een van haar vele lijfspreuken. Nog lang voor er sprake was van echte mode- of designjournalistiek schreef ze in de jaren tachtig over hedendaagse vormgeving.
Van 1981 tot 1995 werkte ze voor de magazines Knack en Knack Weekend en was ze de eerste die over architectuur, wonen en design schreef. Een pionier dus in Vlaanderen. “Als ingenieur en polymeertechnoloog bekeek ik de zaken niet vanuit kunsthistorisch perspectief,” vertelde ze een paar jaar geleden.“Maar wel vanuit de vraag of dingen goed gemaakt waren, met een oog voor vernieuwende materialen en technieken. Het woord design werd trouwens nauwelijks gebruikt in die tijd, ook niet door de Stichting Interieur.”
Boegbeeld van de beurs Interieur
De journalistiek bracht haar naar Kortrijk waar ze vijftien jaar lang als directeur de Biënnale Interieur leidde. Ze zette het Belgische designevenement internationaal op de kaart in de jaren tachtig en negentig. Het bracht haar in contact met de grootste ontwerpers uit de twintigste eeuw zoals de Deen Verner Panton, de Fransman Philippe Starck en de Italiaan Andrea Branzi. De Biënnale Interieur zou een constante doorheen haar carrière blijken te zijn. Meer dan dertig jaar was ze betrokken bij de organisatie, eerst al directeur, nadien als bestuurder. Ze werd regelmatig opgevoerd als designexperte en groeide uit tot een bekende stem in de Belgische designwereld.
Haar zin voor avontuur bracht haar ook verder van huis. Als een van de weinige vrouwelijke polymeertechnologen reisde ze voor de Verenigde Naties de wereld rond en gaf ze les over materialen. Samen met haar te vroeg overleden echtgenoot Georges Patfoort, ontwikkelaar van bouwelementen in composietmaterialen, introduceerde ze het concept laagenergiewoningen in meer dan twintig landen, van Chili tot China.
foto: Mediahuis