In december 2021, minder dan zes maanden terug, kondigde Pieterjan Demet, CEO van het familiebedrijf Decospan uit Menen, aan dat de geplande investeringen allicht de laatste zouden zijn in eigen land. Wegens het niet vinden van geschikt personeel. Een straffe uitspraak die niet onbesproken bleef, maar ook een terechte waarschuwing inhield. Vandaag is hij nog altijd erg formeel als het over de War for Talent gaat. “De situatie wordt er alleen maar moeilijker op”, zegt topman Pieterjan Desmet. ‘Voor de vacatures van zowel bedienden als arbeiders lopen de doorlooptijden enorm hoog op, gemiddeld spreken we over twaalf weken. Er is niet alleen een groot tekort aan IT’ers of ingenieurs, ook bekwame vorkliftchauffeurs zijn heel moeilijk te vinden. Tegelijk moeten we gespecialiseerde bureaus inschakelen om arbeiders te vinden.”
De enorme krapte op de arbeidsmarkt maakt het ook niet evident om mensen aan boord te houden. Bij Decospan lukt at gelukkig nog behoorlijk goed. “Werknemers worden steeds meer actief benaderd door jobhunters die hen met betere voorwaarden proberen weg te lokken”, zegt Desmet in de media. “Wij slagen er vrij goed in onze mensen aan boord te houden, omdat we niet alleen inzetten op een betere verloning, maar ook op mentorschap of op persoonlijke ontwikkeling.”
Omzetdaling in plaats van omzetgroei
Maar de CEO laat ook weten dat de oorlog in Oekraïne weegt en gevolgen heeft. Dat land is een belangrijke houtleverancier van enkele Duitse en Oostenrijkse parketbedrijven. Door de oorlog ligt de productie er stil. “Omdat we voor onze grondstoffen maar heel beperkt afhankelijk waren van Oekraïne, hadden we een deel van die productieproblemen kunnen opvangen”, aldus nog Desmet. “Maar we hebben er de mensen niet voor. Ik schat dat we daardoor 5 tot 10 procent minder kunnen groeien in omzet.”
Om de juiste mensen te vinden kijkt Decospan nu vooral naar het buitenland. “De overheid moet dringend werk maken van een gerichte arbeidsmigratie en we zijn daar al proactief mee bezig”, laat Desmet nog weten. “We onderzoeken hoe we werknemers collectief vanuit Portugal naar België kunnen laten overkomen om hier enkele jaren voor ons te werken.”
Op zoek naar 80 nieuwe mensen
Een gelijkaardig verhaal is te horen bij Renson, dat in België 800 mensen aan werk helpt. In een optimaal scenario mogen er daar onmiddellijk 80 bij komen. Maar dat is net het probleem. Bij de nieuwbouw in Kruisem werd al massaal ingezet op digitalisering om zo de arbeidskrapte deels op te vangen.
Voor de rest wordt ook meer en meer naar het buitenland gelonkt. Zo werd een rekkruteringscampagne gestart in zowel Noord-Frankrijk als in Wallonië. Omdat Renson meer mensen van buiten Vlaanderen aanwerft, worden handleidingen en productiefiches vertaald in het Frans en Engels. “Maar als de krapte nog groter wordt, zullen grensarbeiders niet volstaan”, zo laat het bedrijf nog verstaan. “Dan moeten we nadenken over een delocalisatie.”
En dan zijn we opnieuw beland bij het in december laatst gedebiteerde uitgangspunt van Pieterjan Desmet
n begint zelfde verhaal
Wie op de E17 in Kruisem voorbij de nieuwe vestiging van Renson reed, kon tot voor kort niet naast de gigantische ‘WE HAVE JOBS’-slogan kijken die de specialist in terrasoverkappingen, ventilatie en zonwering op de muren had gezet.
Die mededeling is weg. Dat betekent niet dat alle vacatures zijn ingevuld, zegt Gerda Torck, het hoofd van de hr-divisie van Renson. ‘De blanco betonnen fabrieksmuur was lang het ideale aanplakbord voor die boodschap. Maar in de aanloop naar de definitieve oplevering van de nieuwe site verdween die recent achter de gevelbekleding.’
Net als alle andere bedrijven in de regio heeft Renson, een bedrijf met ruim 800 werknemers in België, de grootste moeite om de 80 vacatures in te vullen. ‘Omdat de instroom van kandidaten zo klein is’, zegt Torck. ‘Maar ook omdat mensen veel bewuster kiezen voor hun nieuwe job. Sollicitanten willen zeker zijn dat het bedrijf bij hen past. Ze kijken niet langer alleen naar jobinhoud en verloning.’
Omscholing
‘We maken mensen duidelijk dat ze bij Renson kunnen groeien en investeren zwaar in opleidingen. Vroeger zochten we vooral extern de nodige kennis. Vandaag schenken we veel meer aandacht aan de omscholing van eigen werknemers. Toen we de nieuwe fabriek in Kruisem bouwden, hebben we ook heel sterk nagedacht over digitalisering, waardoor we vermijden dat we door een personeelstekort minder produceren.’
Ook Renson zoekt mensen buiten Vlaanderen. ‘We zijn een campagne gestart in Noord-Frankrijk, op een klein halfuurtje rijden van hier. Uiteraard zoeken we ook werknemers in Wallonië. Maar daar krijg je soms te horen dat ze zich niet thuis voelen in de Vlaamse cultuur.’
Omdat Renson meer mensen van buiten Vlaanderen aanwerft, worden handleidingen en productiefiches vertaald in het Frans en Engels. Maar als de krapte nog groter wordt, zullen grensarbeiders niet volstaan. ‘Dan moeten we nadenken over een delocalisatie.’
Pieterjan Desmet, CEO Decospan: ‘Zonder tekort aan werknemers kan onze omzet 10 procent hoger liggen’
©Wouter Van Vooren
Het West-Vlaamse fineerplatenbedrijf Decospan moet al lang naar oplossingen zoeken om het nijpende tekort aan werknemers op te vangen. ‘De situatie wordt er alleen maar moeilijker op’, zegt topman Pieterjan Desmet. ‘Voor de vacatures van zowel bedienden als arbeiders lopen de doorlooptijden enorm hoog op, gemiddeld spreken we over twaalf weken. Er is niet alleen een groot tekort aan IT’ers of ingenieurs, ook bekwame vorkliftchauffeurs zijn heel moeilijk te vinden. Tegelijk moeten we gespecialiseerde bureaus inschakelen om arbeiders te vinden.’
De enorme krapte op de arbeidsmarkt maakt het ook niet evident om mensen aan boord te houden. ‘Werknemers worden steeds meer actief benaderd door jobhunters die hen met betere voorwaarden proberen weg te lokken’, zegt Desmet. ‘Wij slagen er vrij goed in onze mensen aan boord te houden, omdat we niet alleen inzetten op een betere verloning, maar ook op mentorschap of persoonlijke ontwikkeling.’
Gemiste groeikansen
Door de grote personeelstekorten kan Decospan enkele groeikansen niet ten volle benutten, zegt de CEO. ‘Oekraïne is een belangrijke houtleverancier van enkele Duitse en Oostenrijkse parketbedrijven. Door de oorlog ligt de productie er stil. Omdat we voor onze grondstoffen maar heel beperkt afhankelijk waren van Oekraïne, hadden we een deel van die productieproblemen kunnen opvangen. Maar we hebben er de mensen niet voor. Ik schat dat we daardoor 5 tot 10 procent minder kunnen groeien in omzet.’
Om de juiste mensen te vinden kijkt Decospan naar het buitenland. ‘De overheid moet dringend werk maken van een gerichte arbeidsmigratie. We zijn daar al proactief mee bezig’, zegt Desmet. ‘We onderzoeken hoe we werknemers collectief vanuit Portugal naar België kunnen laten overkomen om hier enkele jaren voor ons te werken.’