desimpel christophe

De klare kijk van West-Vlaamse topondernemers. Christophe Desimpel: “Er komt meer werk dan ooit op ons af.”

KORTEMARK – In deze bijzondere tijden laten we graag bijzondere West-Vlaamse ondernemers aan het woord en geven hen een forum om hun visie te vertolken. Vandaag Christophe Desimpel, zoon van wijlen Aimé Desimpel, en als multitasker actief in liefst vier diverse sectoren: de woon- en zorgcentra, de bouw, de eventbusiness en de horeca.

Met zijn in 2015 opgerichte Aldea Group beheert Desimpel liefst 17 woon- en zorgcentra, goed voor 1.000 residenten en 600 werknemers. “Ik ben er behoorlijk fier op dat we tot op vandaag nog maar 4 coronapatiënten geteld hebben in onze centra, al weet ik ook dat het morgen weer anders kan zijn”, zegt Christophe Desimpel. “De reden van ons voorlopig succes? Flexibiliteit en dus snel schakelen. We hebben alvast niet gewacht op de overheid om alle passende maatregelen te nemen. Gisteren viel ik toch wel even van mijn stoel, toen ik hoorde dat de Nationale Veiligheidsraad opnieuw bezoek zou toelaten in de centra, terwijl altijd gezegd werd dat de gezondheid van zowel de bewoners als het verzorgend personeel handhaven prioriteit nummer één was. Van een slag in het gezicht gesproken van de zorgverstrekkers, dat was er een die kon tellen. Ze krijgen al wekenlang en terecht applaus van de hele maatschappij, en dan dit?”

Afgezien daarvan, zal de zorgsector er in de toekomst helemaal anders uitzien, voorspelt Desimpel. “In de hospitalen en in de woon- en zorgcentra zal het begrip ruimte belangrijker worden”, zegt hij. “Dat betekent grote aanpassingen aan de infrastructuur. De kwaliteit van de dienstverlening zal ook op alle vlak top moeten zijn, met middelmaat lukt het niet meer. Naast de zorg als dusdanig, zal ook zoiets als animatie (voorbeeld: meer gebruik van technologie voor senioren) opgewaardeerd worden. Blijft natuurlijk de kostprijs die de overheid bereid is te betalen? In het verleden werden subsidies toegekend voor infrastructuur en aan de instellingen. Dit zal meer verschuiven naar de zorg zelf, en wel op basis van strenge kwaliteitsnormen. De overheid zal zich mijn inziens dringend moeten bezinnen over de te hoge kost voor thuisverpleging. Finaal pleit ik ook voor nog meer specialisatie in de hele zorgsector. Want of men dat nu graag hoort of niet: er komen nog pandemieën en het is dan kwestie om daarop voorbereid te zijn. Nu werd eenieder in snelheid gepakt.”

De flexibiliteit van de bouw

Christophe Desimpel is met de holding De Speyebeek ook actief in de bouw en de wereld van het vastgoed. “Daar maak ik me niet meteen grote zorgen omdat dit een sector is met veel flexibiliteit”, zegt Desimpel. “Bouwbedrijven hebben een groot aanpassingsvermogen, zijn het gewoon dat er eens een lange periode van niet-activiteit is (bijvoorbeeld door het weer) of wisten telkens recht te krabbelen na een crisis. Bovendien zullen er veel nieuwe noden ontstaan. Ook in de retail of in de industrie zullen nieuwe concepten bedacht moeten worden met veel meer aandacht voor ruimtegebruik. Dat zal snel opportuniteiten met zich meebrengen.”

Minder optimistisch is Desimpel over de eventsector en de horeca, twee terreinen waar hij ook actief is. “Ik hou, en samen met mij ook anderen, mijn hart vast voor onze Hippodroom van Oostende, die leeft van zijn wekelijkse paardenrennen en van Oostende Koerse. Sowieso wil ik geen Oostende Koerse zonder publiek. De inkomsten zouden in het slechtste scenario tot nul kunnen herleid worden. Als in januari 2021 ook het WK Veldrijden niet kan doorgaan rond de Hippodroom, dan vrees ik voor jaren ver. Finaal zijn we met het Brugse fietshotel Velotel ook actief in de horeca. Fietstoerisme in Vlaanderen was een vanzelfsprekendheid en trok veel toeristen. Nu wachten we ook af wat er daar staat te gebeuren.”

Werk genoeg

Zoals het echte ondernemers past toont Desimpel zich ook immer strijdvaardig. “Na deze crisisperiode, zal er in het kader van de economische wederopbouw behoefte zijn aan enorm veel mankracht”, denkt hij. “Laat ons hopen dat de bazooka’s van de overheid de economie zo snel mogelijk (ik schat toch twee jaar) terug op de rails krijgt. Persoonlijk denk ik de overheidssteun enkel bestemd mag zijn voor de bedrijven die een toekomst hebben en ook jobs garanderen. Ik zou de overheid wel aanraden om mensen langer aan het werk te houden en om een periodieke afschaffing door te voeren van de sociale lasten op arbeid. Dat zou een enorme boost betekenen voor de tewerkstelling en dus voor de hele economie. En laat de overheid zelf ook maar eens denken aan het ontvetten van zichzelf. Want geef toe: negen ministers van zorg in een klein land als dit, dat is toch van het goede te veel?”