Toen Charles De Ketelaere verkocht werd aan AC Milaan (augustus 2022) streek blauw-zwart een recordbedrag op van 36,5 miljoen euro. In 2023 werd Abakar Sylla aan de Franse club Strabourg verpatst voor 20 miljoen euro, terwijl hij voor 200.000 euro werd aangekocht. Zopas werd de Canadees Buchanan van de hand gedaan voor 10 miljoen euro. Het zijn maar enkele voorbeelden uit een lange rij.
De kassa van Club Brugge lijkt meer en meer op een cashmachine dankzij de handel in voetballers. Het lijkt op een afkooksel van de sportieve clubslogan (no sweat, no glory). No money, no glory. Tien jaar terug was dat lang niet het geval. De cijfers exploderen meer en meer. Club rekent zich nu ook al rijk met de vermoedelijk nakende verkoop van nieuwe goudhaantjes zoals Skov Olsen of Antonio Nussa. Dat voetbal meer en meer draait rond business en minder en minder om clubliefde, is bij deze nogmaals bewezen. In het klassieke bedrijfsleven zijn transfergelden geen algemene regel, en maar goed ook.
foto: Mediahuis/De Standaard