OOSTENDE – Eten we met Kerst of met Nieuwjaar kaviaar of oesters? In dat laatste geval kan je ze afnemen van onze zuiderburen (Frankrijk), van onze noorderburen (Nederland) of gewoon van bij ons (West-Vlaanderen). Wat gedacht van les Ostendaises bijvoorbeeld? Een creatie en een ondernemersverhaal van de familie Puystjens en 8 vaste medewerkers. Les Ostendaises hebben een traditie die ver teruggaat in de tijd en zijn sinds 2017 officieel erkend als streekproduct.
De familie Puystjens gooit jaarlijks zo’n 150.000 oesters uit het water en op de markt, zo blijkt uit een bijdrage in de krant De Tijd. In West-Vlaanderen heeft de Oesterput van de familie Puystjens – ook een vis- en oesterwinkel in Oostende – inmiddels naam en faam vergaard als oesterkwekerij. Kim Puystjens stuurt vandaag samen met haar vader Jacky het familiebedrijf aan. Ooit waren er tientallen oesterkwekers in de provincie.
De Oostendse oesters ofte les Ostendaises zijn de laatst overgebleven oesters die voor de West-Vlaamse kust nog gecultiveerd worden. Hun naam en faam gaat terug tot in de negentiende eeuw, toen ze zelfs opgevraagd worden door meerdere koningshuizen. Maar in de jaren zestig en zeventig kenden alle oesterkwekers grote problemen en verdwenen ze een na een. Midden de jaren negentig, zeg maar 25 jaar terug, besloot vader Jacky Puystjens, de vader van Kim, de traditie van West-Vlaamse oesters in ere te herstellen. Met succes.
Het verhaal van de familie Puystjens klinkt mooi, maar het is ook het verhaal van bijzonder noeste arbeid. Elke dag moeten medewerkers van het bedrijf het koude water in, weer of geen weer. Voor het product finaal op de markt wordt gebracht, zijn er vier jaar teelt verstreken. De Oesterput levert vandaag zijn aanbod aan viswinkels en restaurants. Het bedrijf is ook distributeur van Canadese kreeften en van Franse krabben.