’t Zeilend Fornuis

De comeback van de horeca: de liefde voor het vak van Fré Béghin (’t Zeilend Fornuis, Oostduinkerke)

OOSTDUINKERKE - De heropening van de horeca moet de maatschappij en het economisch weefsel een boost geven. In gesprekken met horeca-bazen voelen we de polsslag van de ondernemers die terug het licht in de tunnel zien.

Vandaag: Fré Béghin van het gerespecteerde Oostduinkerkse restaurant ‘'t Zeilend Fornuis’. Hij tekent voor een rijke familiale horecatraditie die begon met grootvader en meesterkok André en door zijn vader Roger werd verder gezet. Fré (58) loopt al een leven lang in hetzelfde spoor: destijds als chef voor één van ’s wereld rijkste ondernemers, die culinair verwend wilde worden tijdens zijn lange omvaarten met zijn eigen schip. Sinds begin de jaren negentig als zelfstandig horeca-uitbater in Oostduinkerke.         

-Heeft u ooit gedacht dat deze crisis zo lang zou duren?

-Fré Béghin: Men zei ons: de zaak moet voor twee weken dicht. Nu weten we wel beter. En wie had gedacht dat er ook een tweede lockdown zou komen? Niemand toch? Had ik dat alles vooraf geweten, dan was ik vermoedelijk vlugger overgeschakeld op take away. Ook al zorgde take away voor niet veel meer dan een operatie ‘schade beperken’. Voor iemand die graag kookt zoals ik is take away sowieso niet erg prettig, want je geeft je product uit handen zonder controle op het eindresultaat.

-Welk impact heeft de coronacrisis gehad op uw business?

-Ik schat de omzetdaling op drie vierden. We zijn teruggevallen op 25 procent. Het personeel – 7 mensen- hebben we grotendeels op technische werkloosheid moeten sturen. Maar vandaag zijn ze nog allemaal aan boord: zowel de vaste medewerkers, als de flexijobbers en de studentenjobs.

-Hoe schat u de rol van de overheid in?

-Positief toch wel. De overheid heeft met zijn compensaties gezorgd dat het personeel alsnog perspectief had. Als uitbater van de zaak kregen we ook een vergoeding van tien procent van de omzet van 2019. De voorbije twee maanden –april en mei 2021 – werd dat zelfs opgekrikt tot 15 procent, grotendeels onbelast bovendien. Daar bovenop kwam ook nog eens een toegekend overbruggingskrediet, weliswaar wel belast. Maar over het algemeen hoor je me niet klagen. Ook de lokale overheid (de gemeente Koksijde) heeft ons deels door moeilijke tijden geholpen, met advies maar ook met concrete maatregelen zoals gratis plexiglas wanden of communicatietools voor ons restaurant.

-Ooit gedacht aan een andere job of aan opgeven?

-Neen, dat nooit. Ik ben als zelfstandige horeca-uitbater aan de slag sinds begin de jaren negentig. Ik heb in al die jaren veel meegemaakt, maar opgeven staat niet in ons woordenboek. Het zelfstandig ondernemerschap spreekt me nog altijd danig aan. Gewoon omdat je alles in eigen handen hebt.

-Hoe ziet u de toekomst?

-Een oorlog, zoals onze ouders of grootouders hebben meegemaakt, is nog iets anders hé? Laat ons dus vooral niet te veel klagen. We zijn nu twee weekends open, en het is alle zeilen bijzetten. We zijn het niet meer gewoon zeker om zo hard te werken (lacht)? Voorlopig hebben we de luxe dat we volk moeten weigeren. De klanten blijven ook graag zitten na het sluitingsuur, ook daar moeten we ons nu aan aanpassen. In normale tijden hebben we zo’n 120 stoelen vacant: 60 buiten en 60 binnen. Tot 9 juni blijft dat enkel buiten, ofte de helft van onze normale capaciteit. Alhoewel: helemaal vol zit het ook nooit, want ofwel loopt het buiten vol ofwel binnen, naargelang de weersomstandigheden.

-Wat zullen de gevolgen zijn voor de horeca in het algemeen, denkt u?

-Mijn leveranciers komen me zeggen dat er nog veel problemen op komst zijn. Zij vragen dan ook zoveel mogelijk waarborgen en net dat zorgt voor problemen. Vooral voor horeca-uitbaters die net zijn begonnen, moet het bijzonder moeilijk, zo niet onmogelijk, zijn om het hoofd boven water te houden.

-Zijn er zaken die je in de toekomst anders zal doen?

-We hebben de kaart aangepast, maar visgerechten blijven ook nu de hoofdmoot. Ook de take away zie ik, in combinatie met de horecazaak, nog een tijdje doorgaan. Gewoon omdat een deel van het publiek dat vraagt. Onze kaart kan nu ook met een QR-code worden geraadpleegd, voordien was dat niet het geval. Veder zijn er veel meer ‘sanitaire maatregelen’, zoals overal.

-Is er sprake van hogere prijzen?

-Bij ons in elk geval verwaarloosbaar. Ik heb in dit verband trouwens overlegd met de collega’s in Oostduinkerke.

-Wat heeft u geleerd als ondernemer?

-Belangrijk: je moet hard werken, maar ik denk dat we in het verleden soms te hard hebben gewerkt. Maandenlang in het rood. Hoeft dat wel? Ik heb met mijn partner ingezien dat de balans in het leven cruciaal is. Ik neem nu ook wat meer tijd voor mijn hobby’s (watersporten).

-Van wat kan u nog dromen?

-Ik doe dit werk nog altijd even graag. Het mag dus nog een tijd doorgaan. Inmiddels zoekt onze zoon Basil zijn toekomst ook in dezelfde branche. Dat zou dan al vier generaties zijn aan het fornuis. Mooier kan toch niet?

(KC)